Nieuwbouw

9 op de 10 installatiebedrijven vinden geen personeel

9 op de 10 installatiebedrijven vinden geen personeel
6 op de 10 installateurs uit de elektrotechniek en de verwarming, ventilatie en koeling zijn uitgegroeid tot zogenaamde totaalinstallateurs. Ze kunnen met andere woorden zowel op het vlak van elektrotechniek als qua verwarming, ventilatie en koeling aan de slag. Dat blijkt uit een eerste grootschalig onderzoek dat sectororganisatie Techlink voerde bij 3000 installatiebedrijven. Probleem is dat 90 procent van de installatiebedrijven geen extra medewerkers vindt. Nochtans biedt de sector aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden aan met regelmatige bijscholingen en komt sectororganisatie Techlink vandaag met nieuwe technologie die het digitaliseringsproces in de bouw vergemakkelijkt en aanmoedigt.

Techlink, de sectororganisatie van de installatiebedrijven (elektro, beveiliging, domotica, verwarming, klimaatregeling, hernieuwbare energie, waterbehandeling, sanitair, ventilatie, schoorsteenvegers) die deel uitmaakt van de Confederatie Bouw, hield voor het eerst een grootschalig onderzoek bij haar 3000 leden. “De sector is de laatste jaren dan ook stevig geëvolueerd. Waar er vroeger heel vaak een scheiding was tussen elektrotechniek enerzijds en verwarming, ventilatie en koeling anderzijds, worden installatiebedrijven steeds meer totaalinstallateurs”, zegt Jan Lhoëst, commercieel directeur van Techlink. 62 procent van de ondernemingen uit de sector omschrijft zich als totaalinstallateur, zo blijkt uit het onderzoek.

Knelpuntberoep

Installateur blijkt ook een heus knelpuntberoep te zijn. Maar liefst 90 procent van de bedrijven uit de sector vindt heel moeilijk nieuwe medewerkers wanneer ze de arbeidsmarkt op trekken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de installatiebedrijven hoog inzetten op retentiemanagement, het behouden van hun huidige werknemers. Vooral de sfeer op het werk (69 procent) blijkt daarvoor een belangrijke factor te zijn, gevolgd door het imago van het bedrijf (68 procent), het salaris (56 procent), flexibele arbeidstijden (42 procent) en het geven van verantwoordelijkheid (30 procent). Wanneer één van de medewerkers toch vertrekt, blijkt dat trouwens in 55 procent van de gevallen te zijn om zelfstandige te worden en dus een eigen bedrijf op te richten.

Bijscholing

Een troef die installatiebedrijven hebben om medewerkers aan te trekken of te behouden is dat 9 op de 10 bedrijven uit de sector veel tijd en middelen voorzien voor bijscholing. Dat heeft ook te maken met de evoluties en permanente nieuwigheden in de sector. “Nu gaat er op bijscholingsvlak veel aandacht uit naar warmtepompen, nagenoeg de helft van de installatiebedrijven is van plan om zich hier de komende jaren in te specialiseren”, legt Jan Lhoëst uit.

Deeleconomie

Om hun producten en diensten te promoten, doen installatiebedrijven in toenemende mate een beroep op de sociale media. 47 procent schakelt Facebook, Twitter en andere in om aan promotie te doen. Het voordeel van social media is dat het qua kostprijs erg beperkt kan en dat, mits ‘targeted advertising’, meteen de juiste doelgroep kan gevonden worden. In het verlengde van de sociale media is de deeleconomie in volle ontwikkeling. Een deeleconomieplatform als Listminut, waar kleinere klussen worden aangeboden aan particulieren die per maand tot 500 euro belastingvrij kunnen bijverdienen, kan leiden tot concurrentie met de installatiesector. Toch vreest slechts 8 procent van de installatiebedrijven concurrentie van zulke platformen, omdat hun werk te veel vakkennis en specialisatie vraagt en dus niet evident is voor iemand die ‘on the side’ wat bijklust.

Digitalisering

Op technologisch vlak staat de sector zelf trouwens allesbehalve stil. Sectororganisatie Techlink lanceert vandaag samen met IFMA Belgium (International Facility Management Association, Belgium Chapter), ORI (Organisatie van Advies- en Ingenieursbureaus) en de Confederatie Bouw de Techbim Content Suite, die een grote stap vooruit betekent voor de integratie van technische installaties binnen een BIM-context (Building Information Modeling, een methode om gemakkelijk gegevens tussen de verschillende bouwpartners te delen door gebruik te maken van 3D digitale bouwmodellen). Steeds meer advies- en ingenieursbureaus en technische installatiebedrijven krijgen de vraag om mee te BIM-men, terwijl ze zich de vraag stellen hoe dat moet en wat het inhoudt.

“Vandaag zien we nog vaak dat een 3D BIM-model van het studiebureau terug wordt omgezet naar vele 2D PDF-documenten en plannen waarmee het technisch installatiebedrijf dan aan de slag moet gaan om er een eigen BIM-model van te maken” schetst Kris Van Dingenen, Director Technology & Certification van Techlink, de weinig efficiënte werkwijze. “Er was dus nood aan een gemeenschappelijke objectenbibliotheek van en voor alle BIM-gebruikers die te maken hebben met de technische installaties waardoor het overdragen van BIM-modellen tussen de BIM-gebruikers niet meer stuit op weerstand en waarbij het overgedragen model ook effectief bruikbaar zal zijn omdat alle BIM-gebruikers kosteloos dezelfde generieke objecten van en voor de sector gebruiken. Dat is wat Techbim geïnitieerd heeft.” Een bijkomend voordeel van deze werkwijze is dat er uitwisselbaarheid komt van producten. Omdat een installateur in z’n BIM-model werkt met generieke objecten die opgevuld worden met productgegevens, blijven alle berekeningen en verbindingen in het model overeind op het moment dat hij z’n keuze voor een product van merk A wil wijzigen naar een keuze voor een equivalent product van merk B. Het as-built dossier dat overgedragen wordt aan de opdrachtgever of zijn facility manager is daarmee ook geen stapel papier meer, maar een BIM-model met daarin alle informatie.

Ook interessant