Verbouwen

VLD: Veilig bouwen moet kunnen zonder coördinator

Je moet de badkamerkraan laten vervangen en de loodgieter beschadigt een tegel. Wie moet je dan bellen? Een tegelzetter? Misschien, maar eerst en vooral een veiligheidscoördinator zoeken. Sinds 1 mei 2001 moet bij alle werken – ook schilder- en herstellingswerken – met 2 of meer aannemers, de veiligheid gecoördineerd worden. Ook wanneer deze personen weken na mekaar komen en elkaar zelfs niet tegenkomen. Tot 25.000 euro mag dit soms door een aannemer die de rompslomp en aansprakelijkheid op zich wil nemen, erboven moet er een deskundige bijgeroepen worden.

Dit is zonder twijfel de meest overtreden wet in België. Nochtans is veiligheid superbelangrijk en kan een arbeidsongeval leiden tot enorme drama’s. Maar de wet is zo onzinnig, dat Test Aankoop deze zomer vroeg om hem voor privé-woningen gewoon af te schaffen. Ook aannemers en architecten wezen reeds herhaaldelijk op deze absurde situatie.

VLD-volksvertegenwoordigers Annemie Turtelboom en Maggie De Block willen dit Koninklijk Besluit voor privé-woningen veranderen en dienen hiervoor een wetsvoorstel in.

Veiligheid blijft even belangrijk

Aan de essentie - veilig werken voor iedereen - verandert niets. Alle voorschriften blijven behouden. Alleen is het de bedoeling om de coördinatie op kleine bouwplaatsen met maar enkele bouwlieden terug toe vertrouwen aan de traditionele bouwpartners. Veel coördinatoren komen niet of nauwelijks ter plaatse en produceren alleen maar copies van documenten zonder enige concrete bijdrage tot de veiligheid op de bouwplaats.

Uitbreiden naar privé-woningen

Daarnaast willen de kamerleden de grens van 25.000 euro in de wet vervangen door 1.000m³. 25.000 euro wordt jaar na jaar minder waard en te lage ramingen worden tijdens de werken meestal overschreden. Een volume is daarentegen zowel voor als na de werken makkelijk te controleren.

Conclusie: veiligheid heeft geen prijs en moet blijven. Maar alle energie moet gestoken worden in nuttige preventie en controles. En de onzinnige administratieve rompslomp die de bouwheer daarenboven makkelijk 1.500 tot 4.750 euro kost, die moet verdwijnen voor kleine en middelgrote werken.