Algemeen

Ruimtelijk beleid provincie Antwerpen: verder op de ingeslagen weg

Het ruimtelijk beleid van de provincie Antwerpen moet doordacht en met veel zorg uitgewerkt worden. In 2012 zal er dan ook verder gewerkt worden aan de projecten die reeds opgestart werden in deze legislatuur. Je kan stellen dat het een beleidsdomein is waar niet over één dag ijs kan gegaan worden.

Zo werd in 2011 de herziening van het Ruimtelijk Structuurplan van de Provincie Antwerpen (RSPA) goedgekeurd. Het gehele traject om deze belangrijke wijzigingen van ons structuurplan te doorlopen is uiteindelijk relatief snel en efficiënt gebeurd, aldus gedeputeerde voor ruimtelijke ordening Koen Helsen (open vld). ‘Gemeenten hebben nu een juridische basis om de voor hen belangrijke wijzigingen in de komende jaren door te vertalen in hun eigen lokale beleid inzake ruimtelijke ordening, meer bepaald naar woonuitbreidingsgebieden, nieuwe lokale bedrijventerreinen, kleinhandel en woonprogrammatie’.

Ruimte voor de economie

Ruimte is essentieel voor onze economie, dat gaat hand in hand met het oplossen van het mobiliteitsvraagstuk. Het zoeken naar ruimte voor een bijkomend regionaal bedrijventerrein naast de A12 (Willebroek, Puurs, e.a.) in combinatie met de bestaande bedrijven die daar reeds gevestigd zijn, is een ruimtelijk puzzelstuk en moet o.a. vanuit mobiliteit, landbouw en milieuhinder onderbouwd en overlegd worden. Het plannings- en overlegtraject is met alle actoren gestart. De provincie Antwerpen is coördinator en het studiewerk – vooral naar mobiliteit - dient beëindigd te worden in 2012. Alles moet resulteren in een planningsproces voor de noodzakelijke provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen.

Een oplossing voor de weekendverblijven

De aanpak van de problematiek van de weekendverblijven in de provincie heeft geleid tot een oplossingsgerichte methode, uitgetest in enkele clusters in Essen, Wuustwezel en Herselt en heeft gezorgd voor een humane oplossing voor de mensen die permanent een weekendverblijf bewoonden in de bewuste clusters. Koen Helsen: ‘De andere gemeenten van onze provincie kregen inmiddels een omzendbrief en een infobundel om de problematiek als dusdanig aan op hun eigen grondgebied aan te pakken. De gemeenten Brasschaat, Brecht en Schilde zijn al op het aanbod ingegaan en kunnen beroep doen op de kennis van onze weekendverblijf-coördinator!'

Provincie Antwerpen koploper

De provincie Antwerpen is op gemeentelijk niveau koploper in structuurplanning en de uitvoering ervan met gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s). In 2011 werden tot nu toe reeds 176 gemeentelijke dossiers onder de loep genomen en 60 gemeentelijke RUP’s goedgekeurd, waarmee we onze bovenlokale en ondersteunende taak uitvoeren.

Wat de bouwberoepsdossiers betreft is met het aantal van 768 behandelde dossiers in 2011 tot nu toe duidelijk ‘business as usual’. Net zoals in 2010 blijft de prestatie van de provinciale dienst ‘Stedenbouwkundige Vergunningen’ gestaag verder gaan. Alle dossiers worden ruim binnen de wettelijk voorziene termijn afgehandeld. 'Dit staat wel wat in contrast met de beroepsdossiers (hoger beroep) die uiteindelijk bij de Raad voor Vergunningenbetwistingen terecht komen. Sinds 2009 zijn bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen vanuit onze provincie 416 dossiers ingediend, waarvan er nog maar 64 een inhoudelijke uitspraak zoals een schorsing of vernietiging hebben gekregen', betreurt Koen Helsen.

Gebiedsgericht beleid

Ook in 2012 blijft het gebeidsgericht beleid een belangrijk aandachtspunt.
Het Fortengordelproject komt in de fase van het actieprogramma. Het studiewerk is grotendeels achter de rug. Specifieke onderdelen zijn reeds in een vergevorderd stadium, zoals de onthaalpoorten Stabroek-Ravenhof en Oelegem-Vrieselhof, verduidelijkt de gedeputeerde. Er werd een participatie- en overlegstructuur opgezet, die in 2012 operationeel wordt. Hiermee zit het Fortengordelproject in een definitieve uitvoeringsfase met een belangrijke participatie van alle actoren.


Het welbekende project, of beter programma, ‘Kempense Meren’ zit in een cruciale eindfase. De afgelopen jaren is het gehele proces uitgekristalliseerd en werd een planMER met een brede scope uitgevoerd. In 2012 kunnen dan eindelijk alle puzzelstukken in elkaar gepast worden en kan het gevonden evenwicht tussen recreatie, zandontginning, natuur en landbouw verzilverd worden in de nodige RUP’s.

Het project voor de Rupelstreek (afbakening kleinstedelijk gebied Boom en opgeving Rumst-Reet) wordt verdergezet.

Voor de glastuinbouw in de macrozone Hoogstraten met de daaraan gekoppelde energie-infrastructuur werd in 2011 het planningsproces gestart voor twee PRUP’s , onderbouwd met een gezamenlijke plan-MER. Dit moet in 2012 leiden tot een duidelijk kader voor bijkomende glastuinbouwbedrijven, inclusief elektriciteitsvoorziening, en afgewogen met andere functies binnen de open ruimte zoals wonen, bedrijvigheid, natuur en recreatie. Eenzelfde procedure is opgestart voor de macrozone voor glastuinbouw te Boechout en Ranst.

Dat we met gebiedsgericht beleid inspelen op vragen en ruimtelijke problematiek, bewijst het project ‘Albertkanaal’. Niet enkel voor de opheffing van het Klein Schijn in de bedrijvenzones te Wijnegem en Deurne is dit project van belang. Een aanpak voor de herstructurering van deze zones is cruciaal. Ook werd ingespeeld op de vraag naar verhoging van de leefbaarheid van twee wijken te Deurne en Merksem. Niettegenstaande de ligging in het grootstedelijk gebied Antwerpen, waar dus de stad bevoegd is, neemt de provincie en de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Antwerpen de taak op. Een gedragen visie met aandacht voor wonen, werken, mobiliteit en ontsluiting en transport via het Albertkanaal wordt uitgewerkt. De bevoegde Vlaamse minister heeft voor het project zijn goedkeuring gegeven.

‘Een ruimtelijk beleid met aandacht voor alle aspecten van de samenleving en vooral ook voor overleg en samenwerking met verschillende betrokken instanties wordt ook in 2012 uitgewerkt', besluit Koen Helsen.
Build for Life