Algemeen

Elke lidstaat regelt bescherming tegen de zon

Het Europees parlement heeft in zijn plenaire zitting van vandaag in Straatsburg wijs geoordeeld dat de lidstaten het best geplaatst zijn om te oordelen of zij regelgeving gaan uitvaardigen die werknemers moet beschermen tegen zonnestraling. De amendementen om zonnestraling uit het toepassingsgebied van de Europese richtlijn te halen, haalden het jammer genoeg net niet. Toch slaakt Bouwunie, de bij Unizo aangesloten unie van het kmo-bouwbedrijf, een zucht van opluchting omdat een absurd voorstel van richtlijn voorlopig van tafel is geveegd. De klimaatverschillen tussen de 25 lidstaten vereisen immers een nationale regeling. De zon schijnt in Finland immers niet even hard of even vaak als in Spanje.

De bal ligt nu in het kamp van de Raad van Ministers. Als hij niet unaniem de amendementen van het Europees parlement aanvaardt, volgt een verzoeningsprocedure tussen Parlement en Raad.

Voor de Belgische bouwbedrijven verandert er op dit ogenblik niets omdat België in zijn wetgeving al voldoende bescherming waarborgt van werknemers die in de zon moeten werken. Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) bepaalt immers al dat de werkgever zijn werknemer die blootgesteld is aan rechtstreekse hevige zonnestraling voldoende aangepaste koele dranken en afdoende beschermingsmiddelen moet geven. Hij moet een hoofddeksel en eventueel zonnebril en zonnebrandolie ter beschikking stellen en zo mogelijk zijn werknemers in de schaduw tewerkstellen. De Belgische arbeidswetgeving bepaalt ook dat de werkgever in geval van slecht weer (in dit geval dus de hitte) de arbeidstijd kan aanpassen (vroeger beginnen en stoppen) of tijdelijke werkloosheid kan invoeren.

Het oorspronkelijke voorstel van richtlijn voorzag dat de werkgever voor zijn werknemers die aan zonnestraling worden blootgesteld een risico-analyse maakt en voorlichting en vorming organiseert zodat de werknemers weten aan welke gevaren ze bloot staan en hoe ze zich daartegen moeten beschermen. Deze maatregelen moeten herhaald worden voor elke nieuwe werknemer en voor iedereen telkens sprake is van stralingsgevaar.

Voor de bouwsector betekende dit dat de werkgever een risico-analyse zou moeten maken en een aangepaste vorming, opleiding en sensibilisering zou moeten organiseren voor bouwarbeiders die buiten werken. Bouwunie vindt dit overdreven. Het voorstel van richtlijn legde de verantwoordelijkheid voor mogelijke schadelijke gevolgen van zonnestraling disproportioneel bij de werkgever en creëerde nieuwe administratieve rompslomp.

Bouwunie erkent de gevaren van zonnestraling maar stelt dat deze niet gelijkgesteld kunnen worden met de gevaren die kunstmatige straling zoals lasers met zich brengen. De bijkomende lasten en kosten die

het oorspronkelijke voorstel van richtlijn voorzagen, waren zwaar overdreven voor de waarschuwing en de bescherming tegen zonnestraling. De blootstelling aan de zon doet zich trouwens niet enkel op de bouwplaats voor, maar ook en vooral in de vrije uren en tijdens de vakantie. Het is dus niet alleen de werkgever, maar zeker ook de werknemer zelf die zijn verantwoordelijkheid moet nemen.
Build for Life