Algemeen

Bouw sleutel tot reconversie van VW-werknemers

Minstens 450 van de 3.700 met ontslag bedreigde werknemers bij VW Vorst kunnen in de bouwsector terecht. Dat leidt de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) af uit de tewerkstellingsresultaten na de verdwijning van 3.000 arbeidsplaatsen bij Ford Genk. Op de eerste plaats vonden de ex-Ford-medewerkers opnieuw werk in andere metaalverwerkende bedrijven maar op de tweede plaats kwamen de bouwbedrijven als nieuwe werkgevers naar voor. Deze omschakeling is duurzaam. Het tewerkstellingseffect van de bouwsector blijft de laatste jaren toenemen en bovendien is er in de bouwsector geen sprake van delocalisatie naar het buitenland.

Van de ex-Ford-medewerkers die opnieuw werk vonden, bleef 32% in de metaalsector aan de slag en kwam 68% in andere sectoren terecht. Bij deze ‘andere sectoren’ nam de bouwnijverheid een prominente plaats in. Zowat 12% van diegenen die opnieuw aan het werk gingen, werd tewerkgesteld in de bouwbedrijven. Dat is gebleken uit de resultaten die de tewerkstellingscel voor Ford Genk heeft gehaald.

Voor de VW-werknemers zal de tewerkstellingscel die ook voor hen zal worden opgericht, uitdrukkelijk aandacht moeten besteden aan een heroriëntering naar de bouwsector. Wedertewerkstelling zal nu trouwens veel belangrijker worden dan bij de inkrimping van Ford Genk in 2003. Het besef groeit, onder meer ten gevolge van het Generatiepact, dat het onhoudbaar is geworden nog massaal gebruik te maken van formules van brugpensioen.

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de Vlaamse bouwsector jaarlijks 9.500 nieuwe arbeiders nodig heeft om de uitstroom van bestaande arbeiders te kunnen opvangen. De VCB is ervan overtuigd dat ex-VW-medewerkers in belangrijke mate deze noden kunnen helpen invullen, met als bijkomend voordeel is dat het om duurzame jobs gaat. De tewerkstelling in de Vlaamse bouw van bedienden, arbeiders en zelfstandigen samen is van 2003 tot 2005 gestegen van 135.000 tot 145.000. Bovendien genereert het bouwbedrijf nog eens een bijkomende indirecte tewerkstelling van 45% bij bouwverwante sectoren.

De bouwsector kent niet alleen een nijpend tekort aan metselaars, ijzervlechters en bekisters die traditioneel met de bouwsector worden geassocieerd. Ook aan elektriciens, verwarmingsmonteurs en -technici, loodgieters, isoleerders, torenkraanbestuurders, bouwmachinisten en bouwplaatsleiders bestaat bij de bouwbedrijven een groot tekort. Vooral deze laatste profielen sluiten zeer nauw aan bij de profielen die bij de assemblage van auto’s worden ingeschakeld.

Voor deze knelpuntberoepen worden in toenemende mate arbeidskrachten uit de nieuwe lidstaten van de Europese Unie (vooral dan uit Polen) ingeschakeld. Dankzij de versoepelde inschakelingsprocedure voor de knelpuntberoepen kan dit nu op volstrekt legale wijze gebeuren. De bouwbedrijven doen een beroep op deze procedure omdat zij op de Vlaamse arbeidsmarkt niemand vinden, niet omdat het goedkoper zou zijn.

Een efficiënte herplaatsingsoperatie met het oog op wedertewerkstelling moet ervoor zorgen dat het drama dat de ontslagen VW-medewerkers nu meemaken, van zo kort mogelijke duur wordt en tegelijk de talrijke vacatures van de Vlaamse bouwbedrijven meer dan nu met Belgen kunnen worden ingevuld. Bij de inschakeling van VW-werknemers zullen zich alvast geen taal- en huisvestingsproblemen stellen, zoals met de inschakeling van Polen wel het geval is. De VCB dringt er dan ook bij de Vlaamse regering op aan zo snel mogelijk werk van te maken van zo’n heroriëntering.

Marc Dillen, Directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw
Build for Life