Nieuwbouw

1 op 4 bouwbedrijven heeft last van slechte betalers

Een enquête van Bouwunie bij 603 Vlaamse bouwondernemers wijst uit dat bijna 80% van de bouwbedrijven al eens last heeft van slechte betalers. Slechts in 1 op de 5 gevallen betwist de klant de factuur. Meestal heeft de aannemer er dus gewoon het raden naar waarom de betaling niet gebeurt. Dit probleem is de jongste jaren nog vergroot, zegt 57% van de ondervraagden. Bij een op vier zorgen het grote aantal of de serieuze omvang van de wanbetalingen voor echte problemen. Hoog tijd om nog eens op te lijsten wat bouwbedrijven kunnen doen om slechte betalers eerst en vooral te voorkomen en, indien er toch een betalingsprobleem opduikt, de negatieve gevolgen ervan te beperken. Bouwunie raadt de bouwondernemers aan om steeds voorschotten te vragen die op z’n minst de kosten dekken van al gekochte en vaak op maat gemaakte materialen of constructies. Ook tussentijds factureren en het zoveel mogelijk op voorhand screenen van de klanten is belangrijk. Echt veel wettelijke bescherming tegen slechte betalers heeft het bouwbedrijf momenteel niet. Bouwunie vraagt de overheid om meer mogelijkheden tot rechtstreekse uitbetaling te voorzien, o.a. door de kredietgever van de klant de aannemer rechtstreeks te laten betalen naargelang de werken vorderen. Een onderaannemer moet de klant gemakkelijker rechtstreeks kunnen aanspreken voor betaling van de uitgevoerde werken wanneer de hoofdaannemer in gebreke blijft. Bouwunie vraagt om het mogelijk te maken dat de aannemer bij niet-betaling door de klant, alvast ook de al geplaatste materialen kan recupereren indien hij of zij die eenvoudig en zonder beschadiging kan terugnemen. Bouwunie wil de bouwbedrijven zo beter wapenen tegen klanten die hun factuur onterecht niet of laattijdig betalen.

Klanten die de factuur niet, slechts gedeeltelijk of met vertraging betalen, en dan vaak nog zonder een reden daarvoor op te geven, bezorgen een kwart van de bouwbedrijven serieuze last. De ene klant is uiteraard de andere niet. 79% van de door Bouwunie ondervraagde bouwbedrijven ondervindt problemen bij het tijdig en/of volledig innen van betalingen bij particuliere klanten, 73% bij professionele klanten (ondernemingen) en 51% bij overheden en overheidsinstellingen. Als ze de klant vragen waarom die nog niet betaald heeft, blijft het vaak erg stil aan de andere kant. De klant geeft meestal gewoon geen reden op. Het is erg vervelend en eigenlijk onmogelijk om een probleem op te lossen als je niet weet wat er precies aan de hand is. De klant die niet akkoord gaat, moet trouwens een factuur tijdig en correct protesteren mét opgave van de redenen van dit protest. 28% van de bouwbedrijven heeft klanten die bij navraag of aanmaning aangeven dat ze de factuur vergeten zijn en dat ze wel zullen betalen. Bij 23% van de bouwbedrijven willen de klanten wel betalen maar kunnen ze niet omdat ze financiële problemen hebben. Slechts bij 22% is er effectief een geschil waardoor de klant –mogelijks terecht- niet of niet volledig betaalt. In geval van zo’n betalingsdiscussie, ontvangt slechts 12% van de bouwbedrijven een aangetekend protest van de klant. Dit protest volgt bij de meesten (85%) trouwens niet spontaan maar pas nadat de factuur al vervallen is en er een aanmaning tot betaling komt.

51% van de bouwbedrijven is al eens of meermaals geconfronteerd met een klant die failliet ging en dus de factuur niet betaalde. Gemiddeld leden ze hierdoor een verlies van maar liefst 22.000 euro. 31% van hen kwam omwille van faillissementen van klanten zelf in betalingsmoeilijkheden.

13% van de bouwbedrijven is al geconfronteerd met een klant in de procedure van de Wet Continuïteit Ondernemingen (WCO, vroeger “gerechtelijk akkoord”). Slechts 19% van hen kreeg uiteindelijk zijn geld. 66% geeft aan geen informatie te hebben gekregen van de rechtbank of de overheid aangaande het verloop van deze WCO. Wat je nochtans zou mogen verwachten.

13% heeft als onderaannemer al eens een rechtstreekse vordering ingediend bij de bouwheer om zo het verschuldigde geld voor de uitgevoerde werken te bekomen wanneer de hoofdaannemer in gebreke blijft. En vaak met succes. 62% kreeg ook effectief zijn geld op deze manier die helaas nog te weinig gekend is bij de bouwbedrijven.

De oorzaken of omstandigheden van niet- of laattijdige betaling mogen dan verschillen, de gevolgen zijn dezelfde én vaak erg problematisch. De bouwbedrijven zien sowieso hun liquiditeit dalen (55% duidt dit als een ernstig gevolg aan). Ze komen zelf in betalingsmoeilijkheden (ernstig gevolg voor 42% van de bouwbedrijven) en kunnen hun eigen leveranciers, onderaannemers, personeel en belastingen niet op tijd betalen. 46% van de bouwbedrijven geeft aan dat het grote aantal slechte betalers ook de groei van het bedrijf belemmert.

Zoals met alle problemen, geldt ook hier “beter voorkomen dan genezen”. Maar de aannemer is momenteel simpelweg te weinig gewapend om problemen met slecht betalende klanten te voorkomen en op een afdoende manier op te lossen.
Bouwunie ging in de enquête na wat de bouwbedrijven zelf doen om slechte betalers te voorkomen of de negatieve gevolgen te beperken. 60% van hen vraagt de klant om een voorschot te betalen. Dit moet op z’n minst de kosten dekken van de al gekochte en vaak op maat gemaakte materialen en constructies. 18% geeft korting bij contante betaling (meestal 2%) of vraagt sowieso om contant te betalen (cash of –indien mogelijk, bv. voor het onderhoud van een verwarmingsinstallatie– via een mobiele betaalterminal). 35% probeert proactief te werk te gaan en screent zijn of haar klanten alvorens voor hen te gaan werken. Dit kan uiteraard enkel voor professionele klanten, en dat is inderdaad een goede handelswijze, maar particuliere klanten kan je niet vooraf screenen. 32% voorziet in de contractvoorwaarden een eigendomsvoorbehoud voor geleverde en niet geplaatste goederen, waardoor de aannemer bij niet-betaling deze materialen terug kan nemen. Dit eigendomsvoorbehoud staat ook in de algemene voorwaarden die Bouwunie haar leden aanraadt om te gebruiken. Indien ondanks de mogelijke voorzorgen toch een slechte betaler opduikt, verstuurt 74% een aangetekende brief om de klant te doen betalen. 70% beperkt dit ook al eens tot een mondelinge vraag alvorens meer officiële stappen te ondernemen. 25% past verwijlintresten toe. Dit is de gewoonte bij overheidsopdrachten maar vindt dus ook meer ingang bij opdrachten in de privésector. 45% schakelt desgevallend een advocaat in. Van diegenen die vorig jaar een advocaat onder de arm namen, was 71% trouwens tevreden over deze beslissing.

Bouwunie raadt de bouwbedrijven aan altijd de richtlijnen te volgen om slechte betalers in eerste instantie te voorkomen, openstaande facturen beter in te vorderen en alerter te reageren wanneer het fout dreigt te lopen. Maar daarnaast vraagt Bouwunie concrete hulp van de overheid. Deze moet vooreerst zelf het goede voorbeeld geven en haar facturen op tijd betalen. Daarnaast is wat wet- en regelgevend werk nodig om de bouwbedrijven een betere bescherming te geven. Het gaat dan vooral om de uitbreiding en vereenvoudiging van de mogelijkheden voor de aannemer om rechtstreeks door de klant (ingeval van onderaanneming en de hoofdaannemer blijft in gebreke) of de financier van de klant betaald te worden, en om de uitbreiding van het eigendomsvoorbehoud zodat dit niet alleen kan voor geleverde materialen maar ook voor al geplaatste materialen zoals een binnendeur, verwarmingselement, dampkap, lavabo of wc, die de aannemer met een eenvoudige handeling en zonder beschadiging kan terugnemen als de klant niet betaalt. Zaken dus die niet moeilijk zijn en die ervoor moeten zorgen dat de aannemer die ter goeder trouw is niet het slachtoffer wordt van klanten die onterecht niet betalen.

Ook interessant