Verbouwen

Gelinjectie tegen optrekkend vocht

Gelinjectie tegen optrekkend vocht
Statistieken tonen aan dat meer dan 30% van de probleemgevallen bij gebouwen te maken hebben met vocht. Bij oude gebouwen stijgt dit percentage tot om en bij de 70%. Capillair optrekkend vocht is een van de belangrijkste oorzaken van vochtschade. In dit artikel schetsen we de problematiek, we bespreken een traditionele injectiemethode en gaan dieper in op vochtwering via gelinjectie. Hierbij bespreken we de samenstelling van de gel, de werking en halen we kort de applicatie aan.

Waarom werd injectiegel ontwikkeld?
Injectiegel werd ontwikkeld om het procédé van muurinjectie tegen optrekkend vocht sneller, eenvoudiger, doeltreffender en milieuvriendelijker te maken. Om dit te verduidelijken dienen we even de nadelen te belichten van de injectie van vloeistoffen onder druk, een veelgebruikte methode tot op vandaag.

Onder druk geïnjecteerde vloeistoffen: nadelen en problemen
De efficiëntie van eender welk onder druk geïnjecteerd chemisch vochtscherm wordt bepaald door een aantal factoren; een van de meest bepalende hiervan is de ‘ongecontroleerde of ongelijkmatige verdeling’ volgens een willekeurig patroon, met vorming van zgn. ‘vingers’. Wanneer een vloeistof onder druk geïnjecteerd wordt in een heterogeen en poreus materiaal zoals metselwerk, kan het zich niet gelijkmatig doorheen de muur verdelen en tegelijk het restvocht voor zich uit duwen. In plaats daarvan vormt het ‘vingers’ van vloeistof, en laat het ruimten open die restvocht bevatten (figuur). Vele ervan zijn ononderbroken, waardoor de kans groot is dat bepaalde ‘kanalen’ open blijven waarlangs water in de muur kan optrekken. Bovendien kunnen vloeistoffen wegvloeien in barstjes en scheuren van het metselwerk, waardoor geen actieve stof achterblijft op de plaats waar ze nodig is. Om deze reden moeten vloeistoffen snel polymeriseren (verduurzamen), zoniet zijn ze vaak weggevloeid voor de waterafstotende laag gevormd is. Een snelle polymeristaie is dan weer heel nadelig voor een goede spreiding van de actieve stoffen in het metselwerk.

In de praktijk betekent dit dat enkel een chemische injectie onder druk het optrekkend vocht onmogelijk kan blokkeren zoals een fysisch vochtscherm dit kan. Drukgeïnjecteerde systemen zijn ook sterk afhankelijk van een goede uitvoeringstechniek én van de ervaring van de applicateur. Daarbij komt ook dat 90 tot 95 % van de geïnjecteerde vloeistof enkel dient als drager (in de vorm van water of, meestal, solvent zoals white-spirit) voor het actieve bestanddeel, en dus achteraf moet verdampen. Solventgedragen systemen verduurzamen vlug en zijn niet wateroplosbaar, vermengen zich ook niet met water en zijn daarom minder efficiënt tijdens het diffusieproces in de muur. In heel natte, met water verzadigde muren is de efficiëntie van drukinjectie met vloeistoffen ronduit slecht omdat men té weinig product in de muur kan aanbrengen.

En er is de factor tijd: Het boren is moeilijk en duurt langs omdat men schuin naar beneden moet boren, doorheen de stenen van het metselwerk. Een goede drukinjectie vraagt veel geduld: de druk moet per boorgat gedurende 5 à 10 minuten worden aangehouden om een goed resultaat te bekomen. In de praktijk is dit voor veel uitvoerders té lang en té duur, met als gevolg minder goede behandelingen.

Daarbij komen nog de problemen bij het aanbrengen van het product: injectienippels die niet goed afdichten, terugvloei en doorslag van vloeistof doorheen de muur, productverlies via barsten, geurhinder van de solventen, schadelijke dampen (met gezondheidsrisico's voor de applicateur én de gebruikers van het gebouw). De injectiepompen vragen ook veel onderhoud. De producthoeveelheden die moeten getransporteerd worden zijn aanzienlijk. Per lopende meter muur van 10 cm dikte is ongeveer 1,5 tot 2 liter injectievloeistof nodig. Waarvan veelal meer dan 90 % solvent! Drukinjectie met solventen is absoluut mens en milieu-onvriendelijk!

Een ander nadeel is het aanbrengen van nóg meer vloeistof in metselwerk dat liefst zo snel mogelijk droog moet worden gemaakt?? Een contradictio in terminis.

Samenstelling
- De ontwerpcriteria voor een kwalitatief hoogstaande injectiegel zijn de volgende:

  • Thixotrope gel met de juiste viscositeit: mag niet uit het horizontale boorgat lopen en moet vloeibaar genoeg zijn om gemakkelijk aan te brengen
  • Watergedragen en wateroplosbaar met lage toxiciteit
  • Niet bijtend - niet ontvlambaar - geurloos
  • Solventvrij (V.O.C.) > geen risico voor OPS of schildersziekte
  • Stabiele formulatie: mag niet schiften of splitsen in de verpakking, mag niet vloeibaar worden
  • Hoge concentratie aan actief ingrediënt silaan en siloxaan (minstens 60 %)

- Welke elementen zorgen verder voor de duurzaamheid van het resultaat?

  • Geen toepassingsbeperkingen qua verzadigingsvochtgehalte van het metselwerk
  • Efficiëntie op een brede waaier van metselwerken en materialen
  • Betere efficiëntie dan chemische druk- injectie van vloeistoffen of gravitatiediffusie door optimale spreidingskarakteristieken van actieve stoffen
  • Hoogwaardige actieve stoffen: silanen en siloxanen
  • Langdurige shelf-life

Het Belgisch Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (W.T.C.B.) beschrijft in de Technische Voorlichtingsnota 210 van december 1998 de werking van verschillende producttypes die kunnen worden geïnjecteerd tegen optrekkend vocht:
A. Poriënvullende middelen: geven zwak tot matige resultaten

B. Hydrofoberende middelen: geven matige tot heel goede resultaten. We onderscheiden:
  • Siliconaten die een zwak tot middelmatig resultaat opleveren
  • Siliconenharsen, gefluoreerde copolymeren en aluminiumstearaten die een goed resultaat geven.
  • Alcoxypolysiloxanen die een zeer goed resultaat geven.


Lees ook:

Ook interessant