Blijvend besparen door compact te bouwen

Wat is een compacte woning? Is dat hetzelfde als een kleine woning? En hoe helpt compactheid om energieverliezen tot een minimum te beperken? Om energiezuinig te wonen, is isolatie onontbeerlijk. Isolatie maakt van de buitenschil van je woning een thermische barrière: in de winter blijft de warmte binnen en in de zomer hou je ze makkelijk buiten. Toch slaagt isolatie er bijna nooit in om een absolute barrière op te werpen tegen warmteverliezen. Net daarom is ook de compactheid van je woning belangrijk. Een compact huis heeft namelijk minder oppervlakken waarlangs warmte verloren gaat.

Wat is de compactheid van een woning?

De compactheid van een gebouw is, technisch gezien, de verhouding van het ‘beschermd volume’ over het aantal ‘verliesoppervlakken’. Het beschermd volume is het totale volume van de verwarmde ruimten in je huis. De verliesoppervlakken, dat zijn uiteraard de wanden, daken en vloeren waarlangs warmte verloren gaat. De kubus is – binnen de grenzen van wat bouwtechnisch haalbaar is – de meest compacte vorm: in een kubusvormig huis geniet je van een zo groot mogelijke verwarmde, bewoonbare oppervlakte en zijn er zo min mogelijk buitenmuren.

Een gedeelde muur met een aanpalende woning wordt niet als een verliesoppervlak beschouwd, want beide huizen zijn ‘beschermde volumes’. Rijhuizen en halfopen bebouwingen zijn dus compacter dan vrijstaande villa’s.

Eenvoudig grondplan

Bouw of koop liever een woning met een eenvoudig grondplan en een eenvoudige structuur. Inhammen, uitsteeksels, hoekjes en kanten hebben een negatieve invloed op de compactheid en zorgen dus voor energieverliezen.

Is compact bouwen dan hetzelfde als klein bouwen? Toch niet. Als je kiest voor een min of meer kubusvormige woning met een eenvoudige buitenstructuur kun je makkelijk veel energiezuiniger wonen dan je buurman in zijn complexe, L-vormige woning. Zonder in te boeten aan bewoonbare oppervlakte!