Isolatie

Over isolatiekoorts en heilige huisjes

`Isoleren, isoleren en nog eens isoleren`, zo luidt het mantra. Hoe dikker, hoe liever. Wie tegenpruttelt, krijgt prompt het hele bouwestablishment met riek en fakkel achter zich aan. De brandstapel voor iedereen die dit geloofsaxioma in twijfel trekt! En toch is het hoogstens een halve waarheid. Sta me toe kort uit te leggen, zodat de vorige column over warmtepompen meteen ook een breder kader krijgt.

Hoeksteen van het door Europa gevoerde energiebeleid is de ‘Trias Energetica’.
Dit principe, om uiteindelijk te komen tot CO2-neutraal bouwen, staat in bouwfysische formules gebeiteld:
Stap 1. Beperk het energieverbruik
Stap 2. Doe het restverbruik teniet d.m.v. duurzame energieopwekking (zon, wind,...)
Stap 3. Volstaat dit niet, schakel dan zo zuinig en efficiënt mogelijk fossiele brandstoffen in

Wat gebeurt er nu? Gemakshalve en onder het goedkeurend oog van de isolatielobby heeft men haast onmerkbaar in ‘Stap1’ energieverbruik vervangen door energievraag. Maar dat zijn twee totaal verschillende dingen. Het energieverbruik is nog steeds een glasheldere breuk, namelijk de energievraag gedeeld door het rendement van de installatie om aan die energievraag te voldoen. De cruciale noemer wordt dus ‘genegeerd’. Er wordt enkel gekeken naar de teller, naar bijvoorbeeld het extreem isoleren en luchtdicht maken. Daarmee vertelt men bewust maar de helft van het verhaal om één bouwmethode – passief – kost wat kost door te duwen.

Het gevolg is dat de investeringen om die teller (de energievraag) te verkleinen de pan uit swingen: bredere funderingsmassieven, driedubbel glas, superdikke isolatie, bijna absolute luchtdichtheid (hoe lang tot het eerste scheurtje?) en niet te vergeten het onderhoudsintensieve (wil je geen gezondheidsrisico lopen) ventilatiesysteem D. Uw bijkomend nadeel: ontwerpbeperking, duur plaatsverlies en mogelijke oververhitting die op haar beurt weer zorgt voor meer energievraag om te koelen. En zo is de duivelse cirkel rond. Om nog maar te zwijgen van de ecologische voetafdruk die de massale productie en transport van al dat isolatiemateriaal met zich meebrengt... Niet akkoord? De brandstapel!

De overheid blinkt niet meteen uit in kritische zin. Nog even en ze verplicht net als in Brussel passiefbouw, waardoor bouwers nodeloos op kosten gejaagd worden. Wie dus kiest voor écht performante en duurzame systemen die het energieverbruik verminderen via de noemer – waaronder inderdaad, de geothermische warmtepomp – dreigt het slachtoffer te worden van een kortzichtig en gemanipuleerd beleid dat zich enkel richt op de teller onder het mom dat de noemer niet bestaat. Het economisch optimum tussen teller en noemer is bijgevolg ook onbestaand. Het effect van de geothermische warmtepomp (de noemer) wordt vanaf een k-peil lager dan 30 gedwongen onrendabel gemaakt. Een terechte opmerking van een lezer in de vorige column.

Voor u mij ervan verdenkt enkel voor eigen winkel te spreken, dit gaat verder dan geothermie. Dit gaat erom de Trias Energetica van Europa en dan vooral ‘Stap1’ te respecteren. We moeten dringend af van de zienswijze dat alles koek en ei is bij een lage energievraag, waaraan je dan bij wijze spreken mag voldoen door het opstoken van autobanden in een kachel… Veel goedbedoelende architecten die wel degelijk mee zoeken naar oplossingen, beseffen te weinig dat er ook nog een fantastische noemer staat in de formule van ‘Stap1’. Een noemer die het primaire energieverbruik op een zéér economische manier minstens halveert.

Kortom, met het opgelegde isolatiepeil voor 2014 bereikt de teller stilaan de fatale drempel qua economische rendabiliteit. Extremer isoleren is niét het alfa en omega van duurzaam bouwen. Vandaar de oproep: Stop met het blindstaren op de energievraag. Kijk naar het energieverbruik en laat het economisch optimum spelen tussen teller en noemer. Pas dan zal de koorts zakken en krijgt de ijlende patiënt weer een klare kijk op de dingen.

Jean-Marie Plasschaert is Burgerlijk Ingenieur Bouwkunde en realiseerde meer dan 1.000 woningen volgens verschillende methodes, van traditioneel tot passief. Vanuit die enorme ervaring wil hij op het vlak van duurzaam bouwen enkele mythes doorprikken en de wetenschappelijke objectiviteit opnieuw laten zegevieren.

Ook interessant