Dat AcelorMittal in Luik ermee dreigt te delocaliseren, brengt opnieuw de problematiek van de verankering op de voorgrond. De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) wijst erop dat precies de bouw stevig in eigen land verankerd is en ervoor kan zorgen dat een uitgebreide waaier van bouwverwante industrieën in eigen land kunnen verankerd blijven. De voorbije vijf jaar zijn er alleen al bij de Vlaamse aannemingsbedrijven ongeveer 10.000 jobs bijgekomen, ondanks de crisis, en die zorgden voor ongeveer evenveel bijkomende jobs in bouwverwante bedrijven. Vandaar het belang van de recente beslissing van minister-president Kris Peeters om rond de bouwcluster een Ronde Tafel op te richten. Die moet de sterke punten van deze cluster nog beter doen uitkomen en kan het aantal jobs in de bouwcluster verder doen groeien.
De laatste jaren heeft de bouw relatief goed standgehouden. Bij de aannemers zijn er zowat 10.000 jobs bijgekomen. Dit heeft bij bouwverwante bedrijven (bouwmaterialenproducenten, bouwmaterialenleveranciers, studiebureaus, vastgoed- en immobiliënbedrijven) nog eens voor circa 10.000 extra jobs gezorgd. De SERV (Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen) heeft immers berekend dat elke bijkomende job bij de bouwbedrijven zelf minstens een extra job in bouwverwante sectoren creëert.
De komende tien jaar is er voor de bouwcluster nog heel wat groeipotentieel. België behoort binnen de Europese Unie op het vlak van bevolking tot een van de snelst groeiende landen. De honderdduizenden gezinnen die er daardoor bijkomen, moeten gehuisvest worden en creëren extra werk. Daarnaast zijn er de belangrijke uitdagingen op het vlak van duurzaamheid. Binnen de Europese Unie moeten nieuwe gebouwen tegen 2021 bijna energieneutraal zijn, d.w.z. zeer weinig energie verbruiken en de resterende energie maximaal uit lokale bronnen van hernieuwbare energie putten. Tevens moet er spaarzaam omgesprongen worden met uitputbare grondstoffen. De bouw is daarvan een van de grootste gebruikers.
Marc Dillen, directeur-generaal van de VCB: “Vlaanderen beschikt op dit ogenblik over een aantal grote aannemersgroepen en bouwgerichte producenten en daarnaast over een groot aantal gespecialiseerde nichespelers die allemaal stevig in onze eigen economie zijn verankerd. We merken bovendien dat bouw en bouwverwante industrieën steeds nauwer met elkaar verweven zijn. De Ronde Tafel voor de bouw moet ervoor zorgen dat de sterke punten van de bouwcluster nog beter tot hun recht komen. We moeten er bijvoorbeeld voor zorgen dat wij op de eigen bouwmarkt nog sterkere referenties kunnen uitbouwen en dat wij op basis daarvan nog meer dan nu kunnen exporteren.
De Belgische export van bouwmaterialen en bouwdiensten samen schatten wij nu op 11 miljard euro per jaar. Dat is ongeveer evenveel als de export van farmaceutica. Als we het goed aanpakken kunnen we de export van bouwmaterialen en bouwdiensten nog aanzienlijk verhogen. Want stedelijke bevolkingsgroei, energiezuinig en duurzaam bouwen zijn wereldwijde uitdagingen. Het komt erop aan tegenover andere landen voorsprong op te bouwen. Dan zullen we minder dan in het verleden duurzame bouwsystemen moeten invoeren maar integendeel meer duurzame bouwoplossingen kunnen uitvoeren.
We hebben berekend dat er mits een gerichte ondersteuning en omkadering van de overheid in bouw- en bouwverwante bedrijven samen tegen 2020 70.000 jobs kunnen bijkomen. Cruciaal wordt de betaalbaarheid van de duurzame oplossingen die de bouwcluster kan aanbieden. Vandaar het belang om bij de Ronde Tafel ook de financiers te betrekken”.
- Bouw & Wonen Partners:
