Bouw klaar om motor relancebeleid te zijn

De Confederatie Bouw is tevreden dat de federale regering 60% van de 6 miljard Europese relancemiddelen voorziet van allerlei bouwprojecten, zoals staatssecretaris Dermine bekend maakt. De bouw is ook klaar voor deze gigantische uitdaging en doet er alles aan om meer jongeren en vrouwen aan te trekken. Ook het aantal opleidingen op de werkvloer is in de bouw de afgelopen jaren verdriedubbeld. “Dit relanceplan moet een tussenstap zijn naar het optrekken van het aantal overheidsinvesteringen dat al jaren veel te laag ligt”, zegt Robert de Mûelenaere, gedelegeerd bestuurder van de Confederatie Bouw.

Thomas Dermine, staatssecretaris voor de relance, maakt bekend dat 60% van de Europese relancemiddelen naar de bouw gaan, meer bepaald naar de renovatie van schoolgebouwen, de bouw van sociale woningen en werken aan het spoorverkeer. De Confederatie Bouw is tevreden dat de relance bij de bouw begint en maakt zich sterk dat dit ook een positief effect zal hebben op tal van andere sectoren.

Volgens de sectorfederatie beschikt de bouw ook over alle troeven om deze relance-uitdaging aan te gaan. De bouw zet momenteel via haar gewestconfederaties en via Constructiv, de dienstverlenende organisatie voor alle sociale partners binnen de sector, alle zeilen bij om extra medewerkers aan te trekken, zowel jongeren, minder jongeren en vrouwen. De bouw is trouwens nu al stilaan aan het vervrouwelijken. Tussen 2014 en 2019 nam het aantal vrouwelijke werknemers in de sector met 16,5% toe, terwijl het totaal aantal werknemers in de bouw er tijdens diezelfde periode slechts met 0,4% op vooruitging.

De bouw is alvast een groeiende opleidingssector. Uit cijfers van Constructiv blijkt dat de opleidingsinspanningen in de bouw op 5 jaar tijd verdrievoudigd zijn. Dat is onder meer het gevolg van de toenemende digitalisering en industrialisering in onze sector. Belangrijk om te weten daarbij is dat de bouw een sector is waar de hoofdmoot van de opleidingen door de ondernemingen zelf worden gegeven.

Robert de Mûelenaere, gedelegeerd bestuurder van de Confederatie Bouw, waarschuwt: “Deze relancemiddelen mogen slechts de eerste stap zijn naar het optrekken van de overheidsinvesteringen. Per jaar gaat in ons land 2,5% van het BBP naar overheidsinvesteringen, terwijl het Europees gemiddelde 3,1% van het BBP bedraagt. Daarom mag dit herstel- en investeringsplan slechts een begin zijn voor renovatie en energie-efficiënte van gebouwen allerhande en grote infrastructuurprojecten die moeten worden verdergezet en opgezet.”