Nieuwbouw

Onheilspellende vooruitzichten voor bouwsector

Onheilspellende vooruitzichten voor bouwsector
Uit een bevraging die Bouwunie voerde bij 375 bouwondernemers blijkt dat bij een derde van de aannemers dit najaar het werkvolume afneemt. Voor 2021 verwacht 45 procent minder opdrachten dan in 2020. Momenteel is er nog een verschil tussen de algemene en ruwbouwaannemers, waar de problematiek het hoogst is en 60 procent van de bevraagden minder werk verwacht, en de sectoren die pas later in de schakel aan bod komen zoals de schrijnwerkers en de installateurs. Als deze tendens zich voortzet dreigt de bouw in zeer woelig water te komen. Bouwunie roept de overheid op om de nodige maatregelen te treffen om bouwinvesteringen aan te moedigen.

Intussen zijn we bijna zes maanden na de start van de lockdown. 90 procent van de bevraagde bouwbedrijven zegt de impact van de coronacrisis te voelen. “De bouw heeft voor een groot deel stilgelegen in de eerste weken van de coronacrisis. In die periode zijn geen opmetingen kunnen gebeuren, waren de showrooms gesloten en viel ook de vraag naar offertes grotendeels stil. Vervolgens hebben de opgelegde coronamaatregelen voor een verlies aan efficiëntie gezorgd”, zegt Jean-Pierre Waeytens, gedelegeerd bestuurder van Bouwunie.

Een derde van de bedrijven verwacht dit najaar minder werk. Voor 2021 verwacht 45 procent van de bevraagden minder opdrachten. Een kwart van de werkgevers vreest op dit moment dat ze personeel zullen moeten laten gaan. Jean-Pierre Waeytens: “We merken dat voor de meeste sectoren in de bouw de orderboekjes minder goed gevuld geraken. Ook de tewerkstellingsvooruitzichten baren ons zorgen. Dit is een onheilspellend signaal want de vraag naar personeel is traditioneel groot in de bouwsector.”

De algemene en de ruwbouwaannemers dreigen als eerste in zwaar water terecht te komen. “Bij de algemene aanneming ziet slechts 31 procent de toekomst positief, bij de installateurs is dat 45 procent en bij de schrijnwerkers 56 procent. Het probleem van het verminderend werkvolume is bij die laatsten momenteel minder voelbaar. Ze komen pas later in de schakel aan bod. Als de nieuwbouw afneemt zullen ook zij hier na verloop van tijd onder te lijden hebben”, aldus Jean-Pierre Waeytens. Opmerkelijk is dat een derde van de schrijnwerkers en installateurs de voorbije maanden meer opdrachten voor comfortinvesteringen heeft gekregen. Door het inburgeren van het thuiswerk en meer mensen die gekozen hebben voor een staycation waardoor het vakantiebudget anders gespendeerd kon worden, is er extra vraag naar bijvoorbeeld airco’s en interieurafwerking.

De vooruitzichten zijn onheilspellend. Bouwunie vreest voor een crisis op middellange termijn en vraagt de overheden om voor de nodige investeringshefbomen te zorgen. De bouw telt 129.000 bedrijven, draait jaarlijks een omzet van 77 miljard euro en stelt 320.000 mensen tewerk. Als de bouw stokt, dan stokt de economie. Er moet er nu op korte termijn voor gezorgd worden dat gezinnen, bedrijven en overheden blijven investeren. De beroepsvereniging herhaalt haar vraag aan de regeringsonderhandelaars om nu effectief werk te maken van de uitbreiding van het verlaagde btw-tarief van 6% voor sloop en heropbouw naar gans België. Nu is dit tarief slechts van toepassing in een beperkt aantal steden.

Jean-Pierre Waeytens : “De uitbreiding van het verlaagde btw-tarief voor vernieuwbouw zal voor een noodzakelijke nieuwbouwimpuls zorgen. Daarnaast vragen we om particuliere klanten een belastingvoordeel toe te kennen voor alle bouw- en verbouwwerken aan de woning. Ons voorstel is om 15 procent van alle bouwuitgaven en investeringen aftrekbaar te maken van het belastbaar inkomen met een plafond van maximaal 7.000 euro per jaar. Voor energiebesparende uitgaven kan dat plafond verhoogd worden tot 9.000 euro. Op deze manier zetten we ook stappen vooruit om de klimaatdoelstellingen te behalen. Tenslotte vragen we ook om extra in te zetten op de noodzakelijke infrastructuurinvesteringen.”

Ook interessant