Tuin

Hoe ver moet een boom minimaal van de perceelsgrens staan?

Je tuin is dan wel van jou, dat betekent niet dat je er zomaar mag doen wat je wilt. Zo staan er in de wet specifieke voorschriften over de afstand van bomen en hagen ten opzichte van de perceelsgrens. Wat zijn die spelregels precies? En wat kun je doen wanneer je buur zich daar niet aan houdt?

Veldwetboek: afstand bomen tot perceelsgrens

In het Veldwetboek, dat de rechten en verplichtingen van burgers regelt met betrekking tot ‘nabuurschapsproblemen’, staan enkele duidelijke regels over planten in de buurt van de erfscheiding:

  • Hoogstammige bomen moeten op twee meter van de scheiding staan. De afstand wordt berekend vanaf de kern van de boom tot aan de scheidingslijn.
  • Laagstammige bomen en levende hagen moeten op minstens 50 centimeter van de scheiding staan.
  • Fruitbomen mogen, als leibomen, aan weerszijden van een muur op de scheidingslijn worden geplant, zonder dat je rekening moet houden met de afstand tot die lijn.

Hoe weet je nu of een boom hoog- of laagstammig is? Dat hangt af van de boomsoort. Men kijkt daarbij naar de verwachte hoogte van de boom en de kroon- en wortelvorming. In de praktijk is een boom ‘hoogstammig’ als hij meer dan drie meter hoog is.

Wat kun je doen bij overlast of een inbreuk?

Staat er in de tuin van je buurman of -vrouw een boom te dicht bij de erfafscheiding? Dan kun je je buur verzoeken de boom te vellen. In extremis kun je hem of haar daarvoor een aangetekende brief sturen of een verzoeningsproces opstarten bij de vrederechter. Uiteindelijk kun je een echte procedure opstarten voor de vrederechter. Hopelijk komt het nooit zo ver!

Let wel: Je buur kan zich op verjaring beroepen als de boom al meer dan 30 jaar op die plaats staat. Tenzij je kunt aantonen dat de boom jou overdreven burenhinder oplevert, krijgt hij zo alsnog het gelijk aan zijn kant. Hetzelfde geldt voor een akkoord met de vorige eigenaar, een zogenaamde erfdienstbaarheid.

Ook interessant