Nieuwbouw

De regering laat de bouw links liggen

De bouwsector gaat nog steeds gebukt onder het dubbele fenomeen van deloyale concurrentie en sociale dumping. Sinds 2012 gingen er al 20.300 jobs verloren. Dat blijkt uit het jaarverslag dat de Confederatie Bouw vandaag voorstelt. Ze pleit daarom voor een onmiddellijke verlaging van de loonkosten. “Deze regering pakt uit met jobcreatie, maar ze vergeet daarbij de bouw”, zegt gedelegeerd bestuurder Robert de Mûelenaere.

Volgens berekeningen van de Confederatie Bouw kan enkel een verlaging van de loonkost met minimum € 6 per uur het concurrentievermogen van de Belgische bouwbedrijven herstellen. De sector stelt een relanceplan voor om de ingreep te financieren. Met een jaarlijkse steun van € 600 miljoen is de investeringskost na 2 jaar volledig gedekt. Een loonkostenverlaging zet immers een herstelbeweging in gang waarbij verloren jobs worden gerecupereerd, er vervolgens nieuwe worden gecreëerd en de productiviteit wordt verhoogd. Belangrijk zijn ook de bijkomende inkomsten voor de staatskas die eruit voortvloeien. Volgens de Confederatie een extra troef in deze tijden van moeilijke begroting.

Een maat voor niets

De federale regering beloofde actie te ondernemen en kondigde vorig jaar oktober aan om 600 miljoen te willen opzij zetten voor een specifieke lastenverlaging. Maar de vrijgave van dit bedrag zou pas voor 2020 zijn, wat veel te laat is. Tot op heden komt de regering enkel tegemoet aan de maatregelen opgenomen in het Plan voor Eerlijke Concurrentie, dat ze samen met de Confederatie en de sociale partners ondertekenden in juli 2015. Volgens de Confederatie gaat dit echter niet ver genoeg.

Robert de Mûelenaere: “De regering moet goed beseffen dat enkel het uitvoeren van het Plan voor Eerlijke Concurrentie niet volstaat. Die maatregelen bestrijden enkel illegale concurrentie, zoals sociale dumping en detacheringsfraude. Fundamenteler is het verschil in loonkosten tussen de Belgische en buitenlandse bouwbedrijven. Het is weliswaar volstrekt volgens de wet, maar onze bedrijven kunnen er onmogelijk mee concurreren.” Buitenlandse bouwbedrijven betalen immers hun sociale lasten in het land van oorsprong en die zijn een stuk lager. Het verschil kan oplopen tot 20% en zelfs 30%. “Doordat de regering vervolgens niet investeert in de gevraagde loonlastenverlaging voor de bouw, missen zelfs de maatregelen van het Plan voor Eerlijke Concurrentie alle effect. Het is een maat voor niets,” besluit de Mûelenaere.

26 000 banen op de tocht

Met 3,6% van de tewerkstelling in de privésector kent België het hoogste percentage gedetacheerde werknemers. Dat is veel meer dan buurlanden Frankrijk (1,4%) en Duitsland (1%), die ook met het fenomeen te maken hebben. De bouwsector wordt daarbij het hardst getroffen: meer dan 25% van de arbeiders zijn gedetacheerd. De impact voor de Belgische bouwbedrijven is enorm. Volg een enquête die de Confederatie Bouw afnam bij haar leden blijkt dat bijna 85% van de Belgische aannemers opdrachten verliest aan buitenlandse bedrijven. Sinds 2012 gingen er al 20.300 jobs verloren. Zonder concrete maatregelen staan er tegen 2020 nog eens 26.000 banen op de tocht.

Robert de Mûelenaere: “De cijfers liegen er niet om. De regering is hiervan op de hoogte en weet goed genoeg wat er op het spel staat. Namelijk het voortbestaan van onze Belgische bouwbedrijven, zowel groot als klein. Wij hopen dus als nog op een positief signaal van de regering. Zo niet trekt ze een kruis over een sector die voor een groot deel bijdraagt aan de werkgelegenheid en welvaart van onze economie.”

Ook interessant