Nieuwbouw

Zeer zachte winter stelt aannemers in staat door te werken

Het Fonds voor Bestaanszekerheid in de bouw heeft tot nu toe nog maar een vijftal dagen erkend voor de uitbetaling van vergoedingen wegens vorst en blijvende sneeuw voor alle Vlaamse regio’s. Tijdens de twee decennia tussen 1990 en 2010 lag dit aantal gemiddeld tussen 16 en 28 dagen, naargelang van de regio. Volgens de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) is dit goed nieuws voor opdrachtgevers én aannemers: geen extra kosten, geen boetes wegens termijnoverschrijding, minder financiële problemen en beter gerespecteerde uitvoeringstermijnen.

De enige vergoedbare periode in Vlaanderen lag dit jaar tussen 17 en 24 januari. Op dat ogenblik werd Vlaanderen geconfronteerd met een korte winterprik. De winter is weliswaar nog niet gedaan. Zo werden in de winterperiode 2014-2015 nog een aantal periodes van vorst en blijvende sneeuw genoteerd in de tweede helft van februari en in de eerste helft van maart. Op die manier kwam het Fonds voor Bestaanszekerheid in de meest noordelijke regio’s van Vlaanderen voor de winterperiode 2014-2015 toch nog tot meer dan 20 vergoedbare dagen.

Oplopende kosten bij stilliggende werken

Als bouwplaatsen langer dan gemiddeld stilliggen omwille van het slechte weer, krijgen de bouwbedrijven met een groot aantal problemen te kampen. De vaste kosten lopen door, zoals voor afschrijvingen, intrestlasten en lonen voor de bouwbedienden, voor huur van materieel (zoals torenkranen en stellingen) en voor de instandhouding van bronbemalingen. De VCB heeft eerder berekend dat dit grotere bouwbedrijven tot meer dan 30.000 à 40.000 euro per dag kan kosten.

Vooral voor private opdrachten gelden strikte uitvoeringstermijnen in kalenderdagen waarbij de opdracht tegen een bepaalde datum moet zijn beëindigd. In vergelijking met publieke opdrachten waar de wetgeving voorziet in de mogelijkheid om bij uitzonderlijke omstandigheden de uitvoeringstermijn te verlengen, is bij private opdrachten minder verweer mogelijk. Wanneer uitvoeringstermijnen niet kunnen worden gerespecteerd, dreigen boetes.

Werken boven nul graden en bij neerslag

Niet alleen vrieskou kan de uitvoering van bouwwerken hinderen. Bepaalde werkzaamheden kunnen pas worden uitgevoerd als de temperatuur een aantal graden boven nul bedraagt, zoals metsel- en buitenschilderwerk. Daarbij werden de bouwbedrijven geholpen door de gemiddeld zeer hoge temperaturen van de laatste maanden. Volgens het KMI waren vooral de maanden november en december zeer zacht met gemiddelde maximumtemperaturen van respectievelijk 13,1 en 11,6 graden.

Nog een factor die de werken onmogelijk kan maken, is de neerslag. Op dat vlak zijn de gegevens van het KMI minder positief met een abnormaal hoog neerslagtotaal in november 2015 (103,7 mm) en in januari 2016 (134,6 mm). Hierdoor is dus wel nog vertraging mogelijk. December 2015 was dan weer relatief droog.

Belangrijk in dit verband is nog dat de vergoedbare dagen die door het Fonds voor Bestaanszekerheid worden erkend, slechts een indicatieve waarde hebben voor de berekening van uitvoeringstermijnen. Slechte weersomstandigheden kunnen van plaats tot plaats zodanig verschillen dat in de praktijk enkel op de bouwplaats zelf is na te gaan wanneer er al dan niet kan worden gewerkt.

Voorlopige ademruimte

Alhoewel het aantal faillissementen in de Vlaamse bouw tijdens de laatste twee jaren licht is gedaald, is de bouw nog altijd een faillissementsgevoelige sector. In 2015 had ongeveer 19% van het totale aantal faillissementen te maken met de bouw. De marges in de bouw zijn klein. De concurrentie is zeer scherp. Onvoorziene weersomstandigheden die onrendabele vaste kosten en boetes wegens termijnoverschrijding tot gevolg hebben, kunnen de marges aanzienlijk aantasten. De gunstige weersomstandigheden van de laatste maanden geven de bouwbedrijven voorlopig ademruimte om in een blijvend moeilijke economische context te kunnen overleven, afhankelijk van het verdere verloop van de winter.

Ook interessant