Nieuwbouw

Bouwbarometer blijft in het rood

De bouwbarometer die Bouwunie elk kwartaal publiceert, blijft ondermaats presteren. Hij stijgt in het vierde kwartaal wel met 5 tienden tot 99,0. Dit betekent dat de bouwkmo’s de bouwconjunctuur nog altijd niet als gunstig beoordelen. De lichte stijging van de bouwbarometer is te danken aan het iets positiever inschatten van het werkvolume en het orderboekje op korte termijn. Dit geldt dan met name voor de bouwondernemers die actief zijn op de particuliere renovatiemarkt. De vooruitzichten voor de woningbouw zijn voor 2016 niet rooskleurig te noemen. Ook de investeringen door overheden en nutsmaatschappijen blijven op een erg laag pitje branden. En terwijl de meeste economische experten verwachten dat de algemene tewerkstelling in de komende maanden en jaren zal stijgen, ziet de bouw het aantal arbeidersjobs in loondienst pijlsnel dalen. Bouwbedrijven met eigen werknemers kunnen niet concurreren tegen goedkopere buitenlandse arbeidskrachten. Als de loonkost niet daalt, zal het werk in de Vlaamse bouw meer en meer worden uitgevoerd door zelfstandige onderaannemers en buitenlandse (onder)aannemingsbedrijven.

De bouwbarometer blijft in het rood. In december stijgt hij wel opnieuw en noteert met 99,0 een half indexpunt beter dan in het derde kwartaal. Maar de gezonde grens van 100,0 waar optimisten en pessimisten elkaar in evenwicht houden, bereikt hij nog altijd niet. Dat deed hij voor het laatst in het tweede kwartaal van 2011, viereneenhalf jaar geleden.
2015 scoort met een gemiddelde van 98,0 wel beter dan de voorgaande drie jaren. Het is van 2008 geleden – de algemene financiële en economische crisis begon in de tweede jaarhelft – dat het jaargemiddelde nog boven 100 uitsteeg.

Meer werk op korte termijn maar werkvolume sterk afhankelijk van het marksegment 29% van de Vlaamse bouwkmo’s heeft meer werk dan in het derde kwartaal. 22% heeft minder opdrachten. 22% verwacht een stijging van het werkvolume in de eerstvolgende maanden terwijl 16% zich minder opdrachten ziet uitvoeren.
De orderboekjes zijn ongeveer even ver in de tijd gevuld als in het vorige kwartaal. 39% heeft nog voor maximum 3 maanden werk en 42% zit nog goed voor 3 tot 6 maanden. Ten opzichte van dezelfde periode van vorig jaar is dat een verbetering.

“Het werkvolume hangt sterk af van het marktsegment waarin de bouwkmo actief is”, zegt Hilde Masschelein, gedelegeerd bestuurder van Bouwunie. “De renovatiemarkt heeft goede vooruitzichten maar het aantal opdrachten in de nieuwbouwsector en het aantal opdrachten bij de overheid en bij de nutsbedrijven blijven zeer pover.”

De meeste bouwbedrijven verwachten in de bouw en de afwerking van nieuwe gebouwen voor 2016 een status quo of daling van het aantal opdrachten. Voor de woningbouw loopt het percentage dat een daling verwacht zelfs op tot 36%. De renovatiemarkt heeft net zoals de voorbije jaren betere vooruitzichten. De meeste bouwbedrijven verwachten een status quo. Voor de renovatie aan of in woningen verwacht 27% zelfs een stijging van het werkvolume.

De verwachtingen voor het aantal opdrachten van overheden en nutsmaatschappijen zijn erg laag gespannen. Een derde tot de helft van de bouwbedrijven die op deze markten actief zijn, zeggen zelfs een vermindering van het werkvolume te verwachten. Slechts een handvol ondernemers denkt aan een toename.

Opvallend is dat veel bouwkmo’s – en zeker meer dan in de voorgaande jaren- zeggen niet te weten of dit jaar beter of slechter zal zijn dan 2015.

Oneerlijke concurrentie zorgt voor grote prijsdruk

De prijzen die de aannemers voor hun werk kunnen aanrekenen, scoren nog altijd ondermaats. Deze zijn de jongste tijd volgens 26% van de bouwbedrijven gedaald. 23% verwacht bovendien een verdere verslechtering van de prijzen in de komende maanden. De oneerlijke concurrentie speelt daar een grote rol in. Zo geeft 41% van de bouwbedrijven aan dat deze enkel maar vergroot.

Slechts 45% van de bedrijven zegt dat de huidige prijzen winstgevend zijn. 4% werkt verlieslatend, wat catastrofaal is. Ondertussen kampt de bouw nog altijd met een hoog aantal slechte betalers (23% spreekt van een toename) waardoor de winstgevendheid van de bouwbedrijven onder druk staat.

Arbeidersjobs blijven massaal sneuvelen

De werkgelegenheid in de bouwsector blijft een buitenbeetje. Terwijl de rest van de economie het beter begint te doen (ter info: de kmo-barometer van Unizo scoort met 100,9 wel boven de 100 indexpunten) en er jobs bijkomen, is dit in de bouw niet echt het geval. Ten opzichte van het vorige kwartaal werkt vandaag 14% van de Vlaamse bouwbedrijven met minder personeel. 16% denkt tegen de lente meer werknemers in dienst te hebben dan vandaag terwijl 14% zegt dat het er minder zullen zijn. In totaliteit verdwenen in Vlaanderen op vier jaar tijd meer dan 12.000 bouwarbeidsjobs. “Dit is het zoveelste bewijs dat een verlaging van de loonkost van 6 euro per gepresteerd werkuur een absolute noodzaak is en er nú moet komen, voegt Hilde Masschelein toe.”

Ook interessant