De bouwbarometer blijft in het rood maar in maart stijgt hij wel opnieuw na twee kwartalen van daling om uit te komen op 96,2 indexpunten. De bedrijfsleiders van de kleine en middelgrote bouwondernemingen hebben dus iets meer vertrouwen dan in de tweede helft van vorig jaar. De 100,0 is wel nog ver buiten bereik. Dat betekent dat er bij het beoordelen van de bouwconjunctuur nog altijd meer bouwondernemers in het kamp van de pessimisten zitten dan in dat van de optimisten.
35% van de Vlaamse bouwkmo’s heeft nog altijd minder werk dan in het vorige kwartaal terwijl 25% nu meer opdrachten heeft. Dit is zowat hetzelfde als in het vorige kwartaal. Maar, nu verwacht 23% een stijging van het werkvolume in de eerstvolgende maanden terwijl 21% zich minder opdrachten ziet uitvoeren. Dat is wel beter dan in de vorige kwartalen toen meer dan een kwart minder opdrachten in het vooruitzicht had. De orderboekjes zijn ook iets beter (lees: verder in de tijd) gevuld. 42% heeft nog een volgeboekte agenda voor 3 maanden (vorige keer was dat 56%). 44% zit nog goed voor 3 tot 6 maanden (vorige keer 30%) terwijl 14% nog verder in de tijd orders heeft lopen.
De prijzen die de aannemers voor hun werk kunnen aanrekenen, evolueren nog niet in de goede richting. Deze zijn volgens 40% van de bouwbedrijven gedaald. 37% verwacht bovendien een verdere verslechtering van de prijzen in de komende maanden. De concurrentie blijft dan ook ongemeen hard. 57% van de bouwbedrijven geeft aan dat de concurrentiedruk nog verzwaard is (vorig kwartaal was dat 46%).
Slechts 41% van de bedrijven geeft aan met winstgevende prijzen te kunnen werken (ter vergelijking: vóór de crisis was dat 58%). De rest zit in de gevarenzone. Ze draaien break-even of zelfs met verlies (3%). Nog geen verbetering op dit vlak dus. Heel wat aannemers hanteren nog steeds (quasi) dezelfde prijzen als 10 jaar geleden. Als je weet dat ondertussen zowel de bouwmaterialen als de lonen duurder zijn geworden, dan weet je dat de marges erg klein zijn. Overleven kan nog net, investeren komt dan niet meer ter sprake.
Ondertussen kampt de bouw ook nog altijd met een hoog aantal slechte betalers (35% spreekt van een toename) waardoor de winstgevendheid van de bouwbedrijven nog meer onder druk staat. 31% zegt dat deze duidelijk verslechterd is. 22% verwacht hierin op korte termijn een verandering ten goede, terwijl 21% een verdere daling verwacht.
De werkgelegenheid in de bouwsector kalft verder af. Ten opzichte van het vorige kwartaal werkt vandaag 17% van de Vlaamse bouwbedrijven met minder personeel, 8% met meer. 12% denkt binnenkort meer werknemers in dienst te hebben dan vandaag terwijl 14% zegt dat het er minder zullen zijn. Hun plaats wordt steeds meer ingenomen door de groeiende groep zelfstandigen, Belgische en buitenlandse, die hier als onderaannemer ingeschakeld worden. De bouw heeft dringend nood aan een ernstige loonlastenverlaging om de verdere afkalving van de werkgelegenheid in de sector te stoppen.
