Nieuwbouw

Meerjarige onderhoudscontracten hebben de toekomst in de bouw

Meerjarige onderhoudscontracten komen steeds vaker voor in de bouwsector. Deze nieuwe manier van werken levert veel voordelen op voor alle betrokken partijen. Met name in de installatiesector wordt veel gewerkt onder deze contractvorm. Ook voor de komende jaren wordt door de uitvoerende partijen in de bouw een verdere groei van deze vorm van onderhoud verwacht. Dit blijkt uit onderzoek van USP Marketing Consultancy dat in januari 2013 is uitgevoerd onder ruim 300 uitvoerende partijen in de bouwsector.

Installatiesector sterk in meerjarig onderhoud
De afgelopen jaren wordt er in de bouwsector steeds meer met meerjarige onderhoudscontracten gewerkt. Bij een meerjarig onderhoudscontract is vooraf overeengekomen dat één partij gedurende een aantal jaar verantwoordelijk is voor het onderhoud van een bouwwerk. In de grond-, weg- en waterbouw wordt al langere tijd volgens dit principe gewerkt, maar ook in de burgerlijke en utiliteitsbouw werkt men steeds vaker op deze wijze. Zo wordt door corporaties veel aandacht besteed aan resultaatgericht vastgoedonderhoud. Bij deze vorm van onderhoud heeft de opdrachtnemer een resultaatverplichting; hij is gedurende langere tijd verantwoordelijk voor de instandhouding van het onderhoudspeil van het vastgoed. Deze manier van werken kent voordelen voor beide partijen. De opdrachtgever wordt ontzorgd terwijl de opdrachtnemer gedurende een langere tijd inkomsten genereert. Daarnaast heeft de opdrachtnemer veel meer vrijheid om te werken met de materialen waarmee hij wil werken. Hierdoor zal door de bank genomen het kwaliteitsniveau veel hoger liggen, daar het ook in het beland van de opdrachtnemer is om met kwaliteitsproducten te werken. Deze vorm van onderhoud vraagt echter wel een belangrijke cultuuromslag in de bouwsector. Men gaat van een inspanningsverplichting naar een resultaatverplichting.

Uit onderzoek van USP Marketing Consultancy komt naar voren dat installateurs aanzienlijk vaker werken met meerjarige onderhoudscontracten dan (gespecialiseerde) aannemers. Met name W-installateurs werken vaak met dit soort contracten. Onderhoudscontracten voor onder andere CV-ketels zijn dan ook vrij gebruikelijk, wat de voorsprong van de installatiesector verklaart. Ook schilders werken vaak al met meerjarige onderhoudscontracten; gemiddeld is bij zo’n 12% van de opdrachten sprake van een meerjarig contract.

Verdere groei van meerjarig onderhoud verwacht
Twee op de vijf uitvoerende partijen in de bouwsector verwachten dat er in de komende jaren vaker met meerjarige onderhoudscontracten gewerkt gaat worden. Het zijn opnieuw de installateurs die hier het meest positief over zijn; 56% verwacht vaker met dit soort contracten te gaan werken. Opvallend is dat met name de partijen die nu al vaak werken met meerjarige onderhoudscontracten een toename verwachten voor de komende jaren. Wanneer men momenteel niet veel te maken heeft met deze contractvorm heeft men ook de verwachting dat dit in de toekomst niet zo zal zijn. Deze ‘nieuwe’ manier van werken kan bij zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers nog voor wat koudwatervrees zorgen; opdrachtgevers verliezen een stukje controle, terwijl opdrachtnemers beduidend meer verantwoordelijkheden krijgen. Naarmate men meer ervaring heeft met meerjarig onderhoud neemt het vertrouwen hierin dus beduidend toe. Dit biedt ook kansen voor fabrikanten. De fabrikant kan toegevoegde waarde leveren door de opdrachtgever rechtstreeks te adviseren. Hierdoor wordt het risico voor de opdrachtgever en de opdrachtnemer aanzienlijk kleiner.