Verwarming & Sanitair

Antwerpen doet onderzoek naar aardwarmte als energiebron

De provincie Antwerpen krijgt Europese steun voor een project dat het gebruik van aardwarmte als duurzame energiebron onderzoekt. “In de provincie Antwerpen worden twee cases uitgewerkt”, zegt gedeputeerde Peter Bellens. “Een eerste case is de verwarming en mogelijke renovatie van een stedelijk zwembadcomplex in bredere regio van de Stad Antwerpen. Een tweede case betreft de verwarming en renovatie van het woningproject De Ark in Turnhout en de aansluiting ervan op een warmtenet.”

De stuurgroep van de Grensregio Vlaanderen - Nederland, die beslist over de verdeling en de toekenning van Europese fondsen, heeft een aantal nieuwe projecten goedgekeurd met een belangrijke impact op onze grensregio. Gedeputeerde Peter Bellens, vertegenwoordiger van de provincie Antwerpen in de stuurgroep, is verheugd dat onderstaand project werd goedgekeurd.

Het project GEOHEAT APP, geleid door de Antwerpse partner VITO in Mol onderzoekt de economische haalbaarheid van intermediaire en diepe geothermie voor het verduurzamen van de warmtevraag bij bouw- en renovatieprojecten. Geothermie of aardwarmte is een lokale en duurzame bron van energie die zijn oorsprong vindt in de ontstaansgeschiedenis van de aarde, deze energie zit in de vorm van warmte in de ondergrond opgeslagen.

Als eerste stap zal Vito, samen met twee andere Nederlandse partners het geothermisch potentieel onderzoeken in de grensregio als warmtebron. Vervolgens worden vijf concrete voorbeeldstudies uitgewerkt op locaties in de provincies Antwerpen, Noord- Brabant Belgisch en Nederlands Limburg.

Concreet worden er in de provincie Antwerpen 2 cases uitgewerkt; een eerste case betreft de verwarming en mogelijke renovatie van een stedelijk zwembadcomplex in bredere regio van de Stad Antwerpen. Een tweede case betreft de verwarming en renovatie van het woningproject De Ark in Turnhout en de aansluiting ervan op een warmtenet.

Het totale projectbudget bedraagt 267.082 euro waarvan 133.541 euro gefinancierd wordt door Europese steun. Het project loopt van 1 januari 2013 tot en met 30 juni 2014.