Duurzaam Bouwen

Nieuwe technieken veroorzaken teveel rompslomp en verplichtingen

Een meerderheid van de Vlaamse installateurs van verwarming, sanitair, airco en ventilatie heeft ervaring met de installatie van nieuwe technieken zoals zonneboilers (70% van de installateurs), warmtepompen (58%) of ventilatiesystemen (64%). Sommigen hebben zich trouwens helemaal op deze nieuwe markt toegelegd. De klassieke verwarmings- en sanitaire installaties (89% en 84%) blijven tegelijkertijd erg belangrijk. Dat blijkt uit een sectoronderzoek1 van Bouwunie.

De traditionele installaties, in de vervangmarkt maar ook het onderhoud ervan, vormen voor velen nog altijd de belangrijkste markt. Maar ook zij vertonen grote interesse in nieuwe, hernieuwbare technieken en innovatie. Dit is zeker een goede zaak. Ze kunnen zo volop inspelen op de wijzigende marktvraag.

In de nieuwbouw gaat de klant die geïnteresseerd is in hernieuwbare energie- en/of duurzame technieken in de eerste plaats voor een warmtepomp, gevolgd door een zonneboiler en dan pv-panelen, zo blijkt uit het sectoronderzoek. Bij renovatiewerken ligt dat anders. Hier komt de zonneboiler op de eerste plaats (volgens 53% van de installateurs), gevolgd door pv-panelen en warmtepompen. Regenwaterrecuperatie is ook goed ingeburgerd. 1 op 2 klanten vraagt de installateur uitdrukkelijk meer uitleg erover. En 30% van de installateurs wordt er af en toe om gevraagd.

Stevig werkvolume verwacht in de vervangmarkt

21% ziet zich in de komende maanden meer opdrachten uitvoeren terwijl 16% denkt dat het er minder zullen zijn. Niet zo onlogisch met de winter voor de deur. De installateurs verwachten in de eerste plaats een stevig werkvolume in de vervangmarkt, vooral ten gunste van condensatieketels, zowel op gas als op mazout. Daarnaast genereren de zonneboilers en de warmtepompen meer werk, aldus de ondervraagden. Het onderhoud van eerder geplaatste installaties blijft ook een belangrijke opdrachtenbron voor de installateurs. 4 op 10 installateurs biedt zijn klanten onderhoudscontracten aan. Een nuttige service voor de klant en tegelijkertijd een mooie vorm van klantenbinding die een regelmatig terugkerend werkvolume oplevert.

Installateurs staan onder druk door toenemende administratie en verplichtingen

De administratieve rompslomp wordt door quasi alle installateurs (88%) als een serieus knelpunt ervaren. Zeker wanneer het nut van het extra papierwerk zoek is. Ook de stortvloed aan verplichtingen, zoals het voorleggen van certificaten, het invullen van attesten en het volgen van diverse opleidingen is zwaar te verteren, aldus 80% van de ondervraagden. Bij de werkgevers scoort ook het vinden – of eigenlijk net niet - van gekwalificeerd personeel erg hoog op het knelpuntenlijstje (met 85%).

Vanaf 2017 wil de Vlaamse regering de premies voor het laten plaatsen van warmtepompen, zonneboilers, pv-panelen en biomassa-installaties enkel geven aan wie met een gecertificeerd installateur werkt. Om dergelijk RESCERT-certificaat te bekomen, moet de installateur een opleiding volgen, een examen afleggen en ervoor slagen, en het certificaat aanvragen en betalen.
51% van de betrokken installateurs staat hier negatief tegenover. Ze hebben hun beroepsbekwaamheid al genoeg bewezen. Extra certificaten voor elk onderdeeltje is van het goede te veel. 35% vindt zo’n certificaat dan weer wel positief omdat het cowboys die zo’n installaties niet aankunnen van de markt weert. Stel dat het certificaat er niet komt, maar dat in de plaats daarvan een verplichte keuring van de installatie moet gebeuren door een onafhankelijke keuringsinstantie? Dat zou 55% beter vinden. 34% verkiest het certificaat.

Samen sterker

De uitdagingen en knelpunten van de installateur zijn niet min. Tal van nieuwe technieken, veel papierwerk, de druk van allerlei attesten en het moeilijk vinden van personeel. Hoe pak je dit nu aan? Nog professioneler en marktgericht werken. En samenwerken waar mogelijk. 44% werkt nu al samen met collega-installatiebedrijven om zo sterker te staan naar de klanten toe en/of de uitdagingen van de sector beter het hoofd te bieden. Ze voeren opdrachten gezamenlijk uit (65%), schuiven specialisaties door naar een collega of krijgen die doorgeschoven (41%). 28% geeft alleen opdrachten door tijdens piekmomenten.

Ook interessant