Vastgoed

Woonbeleid mag niet alleen maar besparingsbeleid zijn

De Confederatie van Immoberoepen (CIB Vlaanderen) stelt vast dat het woonbeleid één van de grote besparingsposten is van de nieuwe Vlaamse regering. De sectorvertegenwoordiger heeft begrip voor deze rationele besparingsoefening, maar vreest dat er nauwelijks middelen zullen overblijven om een vernieuwend Vlaams woonbeleid te voeren. De middelen die vrijkomen door bv. vanaf volgend jaar met een lagere woonbonus te werken, moeten daarom ten minste deels worden ingezet om de structurele pijnpunten binnen het woonbeleid aan te pakken.

Een van de meest besproken besparingen is die op de woonbonus. Volgens de begrotingstabellen gaat het om een totaalbedrag van 680 miljoen euro. Maar het is zeker niet de enige plek in het woonbeleid waar Bourgeois I snijdt om de gapende wonde in de begroting te dichten. Zo werd een paar weken geleden abrupt de fiscalisering van de renovatiepremie aangekondigd: die zal niet meer in één keer worden uitbetaald, maar gespreid over drie jaar.

Ook elders wordt er geknipt in het woonbeleid. Zo komt er in 2015 geen extra budget voor sociale leningen: de bijkomende investeringen die in 2014 zijn gemaakt, worden teruggeschroefd. De huursubsidies werden begin dit jaar reeds hervormd, eveneens met het oog op een besparing. Om nog maar te zwijgen over het korten op de subsidies voor sociale koop en sociale huur.

Structurele problemen aanpakken

De Confederatie van Immoberoepen vraagt als sectorvertegenwoordiger om de middelen die bespaard zijn op het woonbeleid minstens ten dele aan te wenden om de structurele pijnpunten binnen het woonbeleid aan te pakken – en niet volledig te laten verdwijnen binnen de algemene begroting. Beste voorbeeld hiervan is de private huurmarkt.

Vlaams minister van Wonen Liesbeth Homans liet een tijd geleden weten dat ze hierop zou inzetten, al zou vooral de verhuring via sociale verhuurkantoren gestimuleerd worden. De Confederatie van Immoberoepen is evenwel duidelijk: de versterking van de SVK’s is geen beleid dat de structurele uitdagingen van de private huurmarkt aanpakt. Eind vorig jaar hadden de Vlaamse SVK’s gezamenlijk 7.025 woningen in beheer – of iets meer dan 1% van de vrije huurmarkt. Als men meetelt dat elke SVK-woning de belastingbetaler meer dan 2.000 euro per jaar kost, dan wordt meteen ook duidelijk dat de groeimogelijkheden – al was het maar budgettair – niet eindeloos zijn.

De Confederatie van Immoberoepen meent dat een betere fiscale ondersteuning van de private huurmarkt daarom de eerste prioriteit moet zijn, bijvoorbeeld via een gerichte verlaging van de successierechten. Zoniet blijft het verhuurderspubliek - dat in ons land grotendeels 65+ is - panden verkopen om de erfenis van de kinderen zo gunstig mogelijk te houden. En een krappe huurmarkt levert slechts één verliezer op: de huurder.

Ook interessant