Algemeen

Wanorde heerst rond regelgeving goederenbouwlift

“De Europese norm NEN-EN12158-1 voor goederenbouwliften wordt niet nageleefd, met uitzondering van enkele grote bouwbedrijven. Vrijwel geen bedrijf levert installaties op, die voldoen aan deze norm, die is geharmoniseerd sinds oktober 2000. KOMAT, de club van directeuren van materieeldiensten en zelfs het veiligheidsinstituut Aboma+Keboma komen – ondersteund door de machinebranchevereniging BMWT – met aanbevelingen die veel minder ver gaan dan de Europese norm. Dat zegt H. Schellekens, veiligheidskundige van HEK, de Nederlandse producent en verhuurder van goederen- en personenliften en hefsteigers voor de bouw.
Over de oorzaken daarvan kan Schellekens slechts gissen. Hij spreekt zich er dan ook niet duidelijk over uit: “Mogelijk is het veiligheidsniveau van de EN-norm te hoog”, zegt hij. “Het kan zijn, dat er te weinig wordt gehandhaafd. Of mogelijk is het verschil te groot tussen de Nederlandse norm, die tot 1995 gold en de Europese norm. Maar het kan ook zijn, dat men zich niet aan de regels houdt, omdat voor de installatie geen typekeur nodig is door een zogenoemde notified body, een door het ministerie van Sociale Zaken toegelaten keuringsinstelling”.
De regelgeving is ingewikkeld en verwarrend. Tot 1995 golden concrete, wettelijke regels, vastgelegd in de NEN-norm 1080. Daarna moesten de installaties aan de Machinerichtlijn voldoen, waarin globale regels waren vastgelegd, die wel een wettelijke status hadden.
Na 2000 werden in de Europese norm weer concrete regels ingevoerd, die echter geen status van wet hebben. Maar binnen de Europese norm kan de fabrikant wel aan de wettelijke Machinerichtlijn voldoen.
Deze regelgeving richt zich tot de fabrikant, voor de gebruiker gelden de arboregelingen en het Arbobesluit, die status van wet hebben. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen nieuw materieel en aanpassingen van oud materieel.
“KOMAT is samen met Aboma+Keboma met een matrix aanbevelingen gekomen”, zegt Schellekens, “Aboma+Keboma heeft deze matrix gepubliceerd in de Abomafoon. Deze zitten qua veiligheid in feite tussen de oude, wettelijke NEN-norm en de nieuwe Europese norm in.”
Schellekens noemt als voorbeeld: “De EN-norm schrijft voor, dat de plaats waar de lift staat, met een grondkooi van 2 meter hoogte moet worden afgesloten, of dat de lift met een automatische stop op 2 meter hoogte moet zijn uitgerust in combinatie met een lage afscherming. Aboma vindt enkel een stop op 2 meter afdoende bescherming.”
Op de etage schrijft de EN-norm een sluitboom van 110 centimeter hoogte voor, met knierail en een schoprand”, weet Schellekens. “De KOMAT beveelt aan om bij gebruik van een enkelbomige sluitboom de werkvloer 40 centimeter buiten de sluitboom te laten doorlopen. Zo zijn er nog meer voorbeelden te noemen”, aldus de veiligheidskundige.
“Op zich is het opmerkelijk, dat een veiligheidsinstituut als Aboma+Keboma aanbevelingen van de KOMAT ondersteunt, die niet volledig stroken met de Europese norm. Het is ook opmerkelijk, dat de branchevereniging BMWT zich bij het standpunt van KOMAT/Aboma aansluit”. De matrix is een verduidelijking en een noodzakelijke aanscherping van de ‘oude’ norm NEN1080. Er is echter onvoldoende onderscheid in welke regels gelden voor nieuwe en voor oude machines.
A. van Loon, directeur van de BMWT, steunt het initiatief van KOMAT om duidelijkheid te scheppen: “Ondanks de hoogwaardige uitwerking van de matrix blijven er vragen. Daarom wil de BMWT vanuit het eigen keur contact met andere keurende bedrijven om in gezamenlijk overleg voor transparantie te zorgen”.
De BMWT komt bij de periodieke keuring vrijwel uitsluitend bij een installatie, als deze in gebruik is. “En”, zegt Van Loon, “het gaat ons in de eerste plaats om de lift. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat we niet naar zaken erom heen kijken. Daarom geven we in voorkomende gevallen een BMWT-Keur af met op het keuringsformulier aanbevelingen als niet aan de KOMAT-matrix is voldaan.”
Bij installaties moet je in onze visie ook kijken naar de leeftijd. Wat vóór 2000 mocht, mag nu niet meer. De BMWT zou meer zien in een overgangsperiode van bijvoorbeeld vier jaar. Ook in de veiligheidsdiscussie mag de economische factor best meewegen”.
Build for Life