Algemeen

Akoestische panelen slimmer afgewerkt

Het vermijden van de nadelen van de bestaande afwerklagen van akoestische panelen, met behoud van de voordelen daarvan. Dat is de inzet van octrooi 10119852. Slimme coatings blijken een essentiële rol te spelen.

Bij een ruimte met slechte akoestische eigenschappen kunnen geperforeerde panelen bijdragen aan een optimalere akoestiek. De perforaties zorgen ervoor dat de in die ruimte aanwezige geluidsgolven voor een groter deel worden geabsorbeerd en dus minder gereflecteerd. Er zijn tal van dat soort panelen op de markt, die verschillen wat betreft het frequentiebereik en de mate van geluidsabsorptie. Belangrijke factoren daarbij zijn onder andere het materiaal waaruit de panelen zijn gemaakt, het percentage geperforeerd oppervlak, en de afmetingen van de afzonderlijke perforaties.
Om de perforaties en de naden tussen de individuele platen aan het oog te onttrekken, worden de platen gewoonlijk van muur tot muur voorzien van een afwerklaag die bestaat uit een vlies van vezelmateriaal, waarover een poreuze pleisterlaag wordt gespoten. Nu blijkt het met name de pleisterlaag te zijn waarmee Verhoeven problemen heeft. Die laag is in de praktijk zwaarder dan de panelen zelf en vormt een aanzienlijke extra belasting voor de draagconstructie. De laag is ook bros en laat daardoor gemakkelijk los. En dat terwijl het geheel snel vervuild raakt.

Vlies
Het octrooi kiest er voor de geperforeerde platen te beplakken met een dun vlies, gemaakt uit met glasvezel versterkte vezels. Een vlies met een dichtheid van 45 a 50 gram per vierkante meter lijkt optimaal: stijf genoeg om strak over de panelen te worden gespannen en met een structuur die voldoende open is voor geluidsgolven. Het vlies wordt met een dispersielijm op de vooraf gevoegde panelen geplakt. Na droging komt hier een spuitgang met de zogeheten basiscoating overheen, waarmee de vezels geheel doordrenkt raken.
Die basiscoating kan een olieachtige substantie zijn met een lage oppervlaktespanning, die zich hecht aan de afzonderlijke vezels van het vlies maar daartussen niet samenvloeit. Daardoor blijven de mazen tussen de vezels open voor geluidsgolven. Bij het drogen treedt er wat krimp op, waardoor het vlies strak trekt. Voor de afwerkcoating suggereert het octrooi een dispersie met 30 procent copolymeren, 60 procent vaste stoffen en 10 procent vluchtige stoffen.
Ook toevoeging van schimmelwerende middelen is mogelijk. Deze coating, aangebracht in een of meer spuitgangen, hecht alleen op de van basiscoating voorziene vezels, ook weer zonder daartussen samen te vloeien.
Een van de polymeren heeft in natte toestand een bolle vorm die bij droging verandert in een soort holle kratervorm, wat ook weer gepaard gaat met enige krimp. Het uiteindelijke resultaat is een hele lichte, microporeuze afdeklaag die ter plaatse van de paneelperforaties de geluidsgolven ongehinderd doorlaat. Het vulmiddel in de tweede coating geeft structuur en zonodig kleur aan het oppervlak. Het octrooi komt op een totaal gewicht tussen de 1 en 3 kilogram per vierkante meter, tegen 10 kilogram voor een traditionele pleisterlaag.
Er zijn nogal wat Van der Hoevens in Amersfoort. Zelfs een paar J. van der Hoevens, maar ze kennen de uitvinder niet. En zowel KPN als De Gouden Gids zijn onbekend met het bedrijf Acoustical Developments & Promotions. Daardoor blijft het vooralsnog onduidelijk in hoeverre het product al marktrijp is. En het blijft ook een gok of de handelsnaam misschien Acousti-Smooth luidt.
Build for Life