Algemeen

Vocht in hout en beton opgespoord

De HB30 is geschikt voor houtvochtmetingen in het bereik van 4 tot 30 procent volgens de zogeheten weerstandsmeetmethode. Een elektrodehouder met twee elektrodepunten in het hout geslagen en op de meter aangesloten.

Het toestel heeft een correctie-instelling per houtsoort. De gebruiker kan ook bouwvochtmetingen in het bereik van 0,5 tot 25 gewichtsprocenten uitvoeren aan beton- of dekvloeren volgens de destructieve weerstandsmeetmethode en de non-destructieve capacitieve meetmethode.

Bij de weerstandsmethode worden twee elektroden in de vloer geslagen of in voorgeboorde en met contactpasta gevulde boorgaten met een doorsnede van 5 millimeter gestoken.

De keuze tussen slaan en boren is afhankelijk van de hardheid van de ondervloer. Behalve de standaard meetelektroden zijn tevens speciale elektroden leverbaar door dieptemetingen tot ruim 300 millimeter.

Bij de capacitieve meetmethode wordt een verandering in het elektrisch veld gemeten. Het meetveld vormt zich tussen de meetelektrode en de ondergrond. De meetdiepte is afhankelijk van de soortelijke massa van het te meten materiaal.

Bij lichte bouwmaterialen is de meetdiepte doorgaans 100 tot 200 millimeter. Naarmate de soortelijke massa stijgt wordt deze diepte steeds kleiner. Bij estrik zal het bijvoorbeeld zo’n 30 millimeter zijn.

Bouwvochtmetingen zijn relatieve metingen. Het systeem koppelt de meetwaarden bij normale droogprocessen terug naar absolute vochtigheid in gewichtsprocenten of naar vochtigheid in CM-procenten. Het toestel kan worden uitgerust met een infrarood-oppervlaktevoeler die contactloos een temperatuurbereik van min 20 tot plus 199,9 graden Celsius bemeet. Parketteurs kunnen er vloerverwarming mee opsporen.
Build for Life