Gebrek aan warme bouwgrond remt verkoop nieuwbouwwoningen

Capaciteitsproblemen en het gebrek aan warme bouwgrond breekt ontwikkelende bouwers in Nederland op. Zij hebben in het tweede halfjaar van 2016 hun woningverkoop met vier procent zien afnemen ten opzichte van de eerste helft. Tegelijkertijd zijn er vorig jaar wel weer méér nieuwbouwwoningen verkocht dan in 2015. “Nieuwe koopwoningen zijn bijna niet aan te slepen.”

Dat blijkt uit de recente Thermometer Koopwoningen van NVB Vereniging voor ontwikkelaars & bouwondernemers. De halfjaarlijkse rapportage laat zien dat er vorig jaar in totaal 33.044 nieuwbouwwoningen zijn verkocht. Dat zijn er drieduizend meer dan in 2015. NVB verwacht dat de verkoop dit jaar ergens tussen de 32.000 en 35.000 woningen uit zal komen. Echter, gezien de enorme vraag, zouden dit makkelijk 50.000 woningen kunnen zijn. “Verontrustend is dat al enkele kwartalen achter elkaar het aantal nieuwe aanmeldingen bij de garantie-instituten lager ligt dan het aantal verkopen. Dat staat aan de basis van de tegenvallende verkoopcijfers in de tweede helft van vorig jaar”, licht Nico Rietdijk, directeur van NVB de cijfers toe.

De wat hij noemt ‘lege etalages’ bij de ontwikkelaars komt in de eerste plaats door het nijpende tekort aan ‘warme bouwruimte’, en door capaciteitsproblemen bij gemeenten en bij de bedrijven in de bouwkolom zelf. De crisis dwong gemeenten en bedrijfsleven jarenlang zwaar te saneren én te reorganiseren. Plannen werden stilgelegd of op de lange baan geschoven. “En om dat allemaal te herstellen, dat doe je niet één, twee, drie”, aldus Rietdijk. Volgens hem is daarom nu alle hens aan denk nodig om de voortgang erin te brengen, procedures te stroomlijnen er ervoor te zorgen dat er voldoende bouwgrond is. En het is aan de sector om het ontwikkel- en productieproces verder te verbeteren. Want de huidige dynamiek op de woningmarkt is geen structurele verbetering maar moet als een welkome adempauze worden gezien. “Laten we hopen dat deze adempauze nog even aanhoudt, zodat er genoeg tijd voor de sector is om zich voor te bereiden op het moment dat de rente onverhoopt stijgt en terugkeert naar voorheen normale rentes.”

Daarnaast is het belangrijk dat er na de verkiezingen door het nieuwe kabinet aan een integraal woonbeleid wordt gewerkt. Als er namelijk één voorwaarde is voor een gezond functioneren van de woning- en bouwmarkt dan is dat continuïteit. Het is immers voor iedereen beter dat Nederland jaarlijks 70.000 huur- en koopwoningen bouwt dan het ene jaar 30.000 en het jaar erop 90.000. “Dat lukt gewoon niet, net zo min als een mammoet-tanker een haakse bocht kan nemen”, benadrukt Nico Rietdijk.