Vastgoed

Het einde van de woonbonus nadert .... en 2015

De Particuliere Vastgoedsentiment (PVS)-index, of de mate waarin de particuliere vastgoedverkopers naar de markt gaan, bereikt de ongeziene hoogte van 1.54 pnt. Dit is het hoogste cijfer sedert mei 2009 (de 1ste pvs-telling).Het aantal verkopers die hun initiële vraagprijs aanpast komt op 25 % te staan. Alles wijst erop de VERKOPERS nog snel hun Woonbonus-meerwaarde te gelde willen maken.

Men kan verwachten dat het inruilen van de uiterst lucratieve fiscale voordelen bij woningaankoop door een goed, maar toch iets milder, fiscaal gunstregime een stormloop zou teweeg brengen op woonhuizen en appartementen.

Daar waar de laatste cijfers (Febelfin) in mei (-14%), juni (-10%) en juli nog een lichte daling van het aantal aangevraagde hypothecaire kredieten (2.41 % minder dan in juli ’13) vertoonden, wijzen de eerste rudimentaire cijfers van september op een toegenomen activiteit bij de kopers. Dit kan dan ook een eerste indicatie zijn dat ook de kopers actiever worden en sneller de koopbeslissing nemen.

Wij vermoeden echter dat deze verhoogde activiteit slechts een geringe invloed zal hebben op de uiteindelijke verkoopprijs. Waarom?

De prijsvorming op de Vlaamse (Belgische) vastgoedmarkt ondervond tot op heden geen of weinig hinder van de sluimerende economie. Dat de Regering Di-Rupo alleen wat aan de zijlijn van de noodzakelijke besparingen morrelde zal daar niet vreemd aan zijn.

De Vlaamse regering blijkt nu wel degelijk in te grijpen wat – zekerlijk op de kortere termijn - een negatief effect op de prijzen van de woningen kan hebben.

Tot voor de crisis hadden de Verkopers het voor het zeggen op de residentiële vastgoedmarkt. De verkopers schatten hun vraagprijs in op grond van rationele criteria zoals de ligging en grootte van het perceel alsook de bewoonbare oppervlakte van de woning. Deze enkele objectieve gegevens, wat afgerond met enkele sentimentele argumenten, leidden toen tot een goed voorspelbare vraagprijs.

Vandaag echter is het de Koper die de vraag-, of beter, biedprijs bepaalt. De koper laat zijn prijs afhangen van heel wat factoren zoals fiscale voordelen, al dan niet gezinsvriendelijke omgeving, grootte van de tuin, ecologie, afstand tot de werkplek, vooruitzicht op een stabiele loopbaan, één- of meer oudergezin en/of de gezinsevolutie, leningsmogelijkheden, …. Daarenboven kan deze mix van factoren snel wijzigen waardoor het beschikbaar koopbudget snel kan wijzigen. Het koopgedrag valt daarom moeilijker dan ooit te voorspellen en lijkt soms irrationeel.

Voorspellen is moeilijk; laat u dan ook niet opjagen als Koper

Voorspellen dat de prijzen volgende jaar met 5, 10 of 15 % zullen dalen, wie weet stijgen, is weinig zinvol. Wellicht is een beste assumptie dat het koopbudget zal dalen, waardoor de prijzen van de goedkopere woningen – door verdringing van de betere kopers naar een lagere prijsklasse - zullen stijgen.

Als koper zou ik mij dan ook niet laten opjagen. Een woning kopen is en blijft een ernstige zaak met een belangrijke financiële impact op het gezinsleven en dat voor vele jaren. Je woning koop je daarom beter in alle rust, na grondig evaluatie en het nodige studie- en rekenwerk.

Ook interessant